De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, de NVWA, heeft een adviesdocument ontsmettingsmaatregelen tegen Ralstonia solanacearum, de veroorzaker van bruinrot in aardappelen gepubliceerd.
In het advies worden ontsmettingsmaatregelen beschreven en toegelicht voor het voorkomen van een besmetting met de bruinrotbacterie op het bedrijf. En ook over ontsmetting na een geconstateerde of mogelijke bruinrotbesmetting op het bedrijf.
Bruinrotbesmetting voorkomen
Om de introductie en verspreiding van de bruinrotbacterie op het bedrijf te voorkomen is het regelmatig reinigen en ontsmetten van materialen en machines een belangrijk element in een hygiëneprotocol. Ontsmetten kan met middelen op basis van quaternaire ammonium- of chloramideverbindingen. De NVWA geeft wel aan te letten op de toelating van de te gebruiken ontsmettingsmiddelen. Een ander advies is om bij inzet van een loonwerker of bij gezamenlijke gebruik van machines met collega telers, goede afspraken te maken aangaande reiniging en ontsmetting van alle machines.
Ontsmetting na bruinrotbesmetting
Bij het ontsmetten van een bedrijf na een bruinrotbesmetting dienen alle machines, materialen en
gereedschappen ontsmet te worden, die bij de teelt van aardappelen gebruikt zijn of op een andere wijze in contact zijn geweest met het product. Dit is van toepassing op het jaar van de besmetting of in voorgaande jaren. De volgende punten zijn hierbij van belang:
- Spoelwater opvangen en niet via het oppervlaktewater lozen.
- Plantenresten in opslag-, bewaar- en verwerkingsplaatsen moeten zijn vernietigd.
- Alle ruimten op het bedrijf die in contact hebben kunnen komen met besmet materiaal moeten zijn ontsmet.
- Laarzen, schoenen en kleding die in contact zijn geweest met besmet materiaal weggooien, ontsmetten of heet wassen.
Adviesdocument
Het gehele adviesdocument ‘Ontsmettingsmaatregelen Bruinrot‘ is te lezen op de website van de NVWA.
Bron: NVWA