In samenwerking met ZLTO en CZAV organiseerde de Provincie Zeeland het symposium Bodem en Bemesting. Zo’n 60 vertegenwoordigers van de Zeeuwse landbouwsector kwamen hiervoor bijeen op een boerenerf in Dreischor.
De ochtend was bedoeld om de huidige knelpunten voor de Zeeuwse sector bespreken, de lessen uit onderzoeken naar bodemverbetering bekijken en praktijkervaringen uit de sector delen.
Aandacht voor drie zaken
Tijdens de bijeenkomst werd bevestigd dat bodem een belangrijke rol speelt bij de vele maatschappelijke opgaves waar we op dit moment voor staan. Ook binnen de landbouwtransitie komt het belang van goed bodembeheer naar voren. De bodem als basis beschouwen, is daarmee een van de belangrijkste uitgangspunten binnen de agrarische sector. Ook op Europees en nationaal niveau zijn hier al doelen en ambities over uitgesproken. Voor Zeeland ziet men kansen, maar tegelijkertijd ook knelpunten op dit gebied. Tevens liggen er nog vraagstukken, waardoor er behoefte aan kennis en onderzoek is.
Als conclusie van de bijeenkomst zijn drie aandachtspunten benoemd:
Mestdossier
- Verbinding van het mestdossier met andere dossiers voor het landelijk gebied
Het mestdossier, als onderdeel van het 7e Actieprogramma van de Nitraatrichtlijn, kan worden gelinkt aan een groot aantal andere beleidsdossiers voor het landelijk gebied. Zo heeft het onder andere een link met het GLB/NSP, het Stikstofbeleid en de KRW. Dit vraagt om een integrale benadering van het mestdossier binnen de algehele landbouwtransitie.
Dierlijke meststoffen
- Het gebruik van dierlijke meststoffen
Toediening van goede mestsoorten is van belang voor het verkrijgen van weerbare gewassen; het voeden van de bodem en het op peil houden van de organische stof. De nieuwe gecombineerde fosfaatindicator, die in 2021 van kracht ging, maakt het voor de Zeeuwse sector echter lastig om voldoende organische stof toe te dienen. Eind december 2020 heeft de Provincie Zeeland in samenwerking met de sector al een brief naar het Rijk verstuurd. Dit met een verzoek tot herziening van de regelgeving over de gebruiksruimte van fosfaat.
Vanwege het feit dat er in Zeeland een mesttekort is, is het voor de Zeeuwse landbouwsector ook van belang dat mesttransport en –opslag mogelijk moet blijven. Dit belang wordt groter als op landelijk niveau de mestmarkt verschuift van een overschot- naar een tekortmarkt. En dat lijkt het geval. Als bijdrage aan de aan de reductie van ammoniak- en methaanemissie, en als uitwerking van het landelijke mestbeleid signaleren we daarbij een mogelijke trend richting meer bewerkte meststromen en minder traditionele drijfmest.
Kringlooplandbouw
- Zeeland als experimenteergebied
Het ministerie van LNV heeft in 2019 een Realisatieplan Visie LNV ‘Op weg met nieuw perspectief’ uitgebracht. Hierin wordt de visie op kringlooplandbouw beschreven. Het Rijk is daarbij gaan werken met experimenteergebieden voor ondernemers, om belemmeringen weg te nemen die innovaties in de weg staan. Binnen deze gebieden verkennen het Rijk en de regio hier samen met ondernemers hoe nieuwe, verdergaande stappen op weg naar betere kringlopen in de landbouw kunnen worden gezet.
Ondernemers die de doorontwikkeling naar verbeterde kringlopen voor de landbouw willen maken, lopen namelijk nog tegen knelpunten aan binnen de wet- en regelgeving. Ze voorzien voor Zeeland ook een rol als experimenteergebied voor mestaanwending ten behoeve van de plantweerbaarheid om samen met de sector verkenningen, praktijkproeven en onderzoek te doen naar mogelijkheden voor de gewenste overgang naar nog meer duurzame oplossingen voor de landbouw. Hierover gaat de Provincie graag in gesprek met het Rijk om tot een uitwerking te komen van de bovengenoemde punten.
Het programma
De bijeenkomst bestond uit verschillende presentaties van het beleidsgebied tot ervaringen uit de praktijk. Gedeputeerde de Bat was gastheer van het symposium: ‘Ontzettend nuttig om met zoveel partijen bij elkaar te zitten. Praktijk- en wetenschappelijke kennis kwamen bij elkaar. Samen zoeken naar oplossingen is zeer noodzakelijk, omdat mest onmisbaar is bij het produceren van voldoende voedsel’.
Bron: Provincie Zeeland