Akkerbouwbedrijf Het Groene Hart van Jasper Roubos in Abbenes (NH) is een plek waar een brug wordt geslagen tussen de samenleving en de landbouw. De duurzaamheidsdoelen die hij nastreeft worden aan de buitenwereld gedemonstreerd in het kader van het ForwardFarming-traject van Bayer CropScience.
Maar een gezond bedrijf runnen, kan nu eenmaal niet zonder dat je chemie achter de hand hebt. Het ForwardFarming-platform is in zijn ogen alles behalve propaganda voor de gewasbeschermingsfabrikant. Roubos wil juist vertellen dat zonder gewasbescherming het niet mogelijk is om een duurzaam bedrijf te runnen en dat het vooral draait om het verstandig omgaan met de middelen die nog wel voor handen zijn. “Het is namelijk de dosis die het gif maakt.”
Uitzicht over akkerbouwpercelen
De ontvangstruimte achter het bedrijf van Jasper Roubos biedt uitzicht over de akkerbouwpercelen. Voor tweederde is het land geploegd, voor een derde is er een overwinterende groenbemester gezaaid. Het regent pijpenstelen, terwijl duurzaamheidsmanager Christy van Beek van Bayer CropScience de ko e inschenkt. Kort na het interview zullen er andere gasten komen aan wie Van Beek wil tonen dat akkerbouwers bij kunnen dragen aan het klimaatvraagstuk en verduurzaming, waar iedereen mee bezig is. “En waar kun je dat beter laten zien dan op het akkerbouwbedrijf zelf”, motiveert zij. De gasten zullen voor die verbrede blik flinke laarzen en een paraplu nodig hebben.
Jasper Roubos heeft in Abbenes, in de Haarlemmermeer, een akkerbouwbedrijf met een areaal van ruim 110 hectare. Hij verbouwt doorgaans aardappelen, tarwe, uien en suikerbieten. Ook is hij loonspuiter en spuit hij in totaal zo’n 350 hectare. Het is leven op de marge, zegt hij. “Het verdienmodel is scheef. De echte uitgaven krijgen we betaald, maar de afschrijvingen en afbraak natuurlijk kapitaal niet. En als we kijken naar de kunstmestprijzen, dan kan het eigenlijk niet uit.
Marktpositie landbouw
Er zijn zoveel parameters waar je als boer rekening mee moet houden. Uiteindelijk zou het zo moeten zijn dat je zelf aan het stuur staat. Feitelijk is onze marktpositie als landbouw slecht. Te vaak produceren we voor minder dan de kostprijs. Er zijn een paar momenten in het jaar dat we geld krijgen gestort en we ons de wereld te rijk voelen. Maar er zijn veel meer dagen dat we uitgeven en dat geld verdwijnt dat we nooit weer terugkrijgen. De risico’s worden alsmaar groter, maar dat wordt niet in de kostprijs meegenomen. Iedereen beredeneert maar als individu en vanuit zoveel mogelijk tonnen van een perceel en eigenlijk is dat levensgevaarlijk.”
Duurzaam ondernemen
Roubos vertelt het verhaal dat hij ook vertelt aan de mensen die bij hem over de vloer komen. Hij voert daar de discussie mee en wil laten zien welke inspanningen een professioneel akkerbouwbedrijf levert op het gebied van duurzaamheid. Roubos werkt met precisietechnieken, heeft een spoelplaats voor de spuitmachine en de reiniging van restvloeistof en afvalwater met behulp van een Phytobac. “En voor mij is duurzaamheid genoeg kilo’s produceren met minder input.”
Op zijn bedrijf komen beleidsmakers, bedrijven, collegaboeren en burgers met wie hij de discussie aangaat over waarom Roundup bijvoorbeeld is gebruikt en waarom dat veilig kon. Een verbod is in zijn ogen emotiebeleid, terwijl alternatieven misschien nog wel schadelijker zijn. “Dat moet je mensen niet uitleggen met een Powerpoint-presentatie, maar daarvoor moet je de mensen meenemen naar de boerderij en met de poten in de klei zetten. We hebben als landbouw te weinig de discussie op dat niveau gevoerd.”
Eerlijke verhaal vertellen
“Alles heeft consequenties, alleen veel zaken kun je niet met elkaar vergelijken”, haakt Christy van Beek in. “Niet-kerende grondbewerking heeft bijvoorbeeld ook uitdagingen. Want wat moet je doen met kweekgras, als je vervolgens op een perceel aardappelen wilt telen? Dat soort dilemma’s willen we op tafel neerleggen. We willen hier mensen niets opleggen, maar juist de discussie aangaan. Mensen moeten zich realiseren dat een impactloze landbouw niet bestaat.” Inmiddels zijn duizenden mensen op de ForwardFarm in Abbenes op bezoek geweest. Van vertegenwoordigers van de McDonald’s tot leden van de dorpsraad, van vertegenwoordigers van NGO’s tot controleurs van de nVWA.
“Ze komen allemaal met een bepaald beeld hier naar toe en gaan met een ander beeld weer weg. Er mist gewoon heel veel kennis bijvoorbeeld op het gebied van gewasbescherming. Een middel wordt niet zomaar gemaakt. Toen Bayer Monsanto overnam werden er grote vraagtekens bij de overeenkomst gezet. Maar heel reëel, kies je voor een klein bedrijfje uit de regio of juist voor een miljardenconcern dat alles tot in de puntjes heeft uitgedokterd. Nee, het is geen suikerwater, maar we eisen wel dezelfde veiligheidsnormen. De toelatingsdossiers zijn daardoor wel zo complex dat je alleen de grote bedrijven met veel kapitaal hebt, die gewasbeschermingsmiddelen op een veilige manier kunnen fabriceren.”
Volgens Jasper Roubos moet het eerlijke verhaal vertelt worden. Want wat is de goede reactie op een opmerking dat we als landbouw maar een paar onkruidjes moeten accepteren? “Het vervelende is dat we niet uitleggen dat onder die paar onkruidjes een zaadbank zit in die bodem die er toch uit moet. Dan heb je weer een dure schoffelmachine nodig, of menskracht, of je moet branden, maar is dat wel duurzaam?” Het ForwardFarming-concept is er op gericht om de bewustwording te vergroten, zonder mensen een wil op te leggen. En daarbij gaat het ook om de succesvolle toepassing van middelen van concurrenten van Bayer.
Afstand tot agrarische sector
“In de ideale wereld hadden wij dit als boeren moeten doen. Bijvoorbeeld via onze eigen belangenbehartiger LTO”, zegt Roubos. “Helaas was zuinigheid troef onder de boeren. Nu heeft Bayer de handschoen opgepakt en ik denk dat de hele agrarische sector juist hier naar smacht. Er is zoveel behoefte aan uitleg. Dan gaat het niet alleen om bestrijdingsmiddelen, maar ook bijvoorbeeld toepassing van compost en dat er plastic deeltjes in kunnen zitten, terwijl je denkt zo goed bezig te zijn. Andersom moeten we ook zo eerlijk zijn dat wij als landbouw veel te weinig weten over de stad. We weten het in onze eigen kringen zo goed te vertellen.
Vroeger was de afstand tot de agrarische sector nog klein. Iedereen kende wel een boer of werkte zelf op een boerderij. Tot twintig, dertig jaar geleden de schaalvergroting inzette. De afstand werd groter en als sector werkten we op ons eigen eilandje. Ook ik zat min of meer in een isolement. Een slimme ondernemer zei ooit tegen mij dat je moet zorgen dat er mensen op het bedrijf zijn. Inmiddels zien we dat we als agrarische sector weer steeds meer personeel aanneemt. Misschien dat dit wel het moment is om de afstand weer wat te verkleinen.”
Ogen van consument openen
Christy van Beek benadrukt dat ondernemers zoals Jasper Roubos een belangrijke schakel vormen in het uitdragen van het verhaal. “Dit is namelijk geen kinderboerderij.” Het is ook belangrijk dat het knuffelgehalte van de agrarische sector niet te groot wordt. “Ook wij maken ons als Bayer zorgen over het tempo waarop er steeds meer aan het beschikbare middelenpakket wordt geschaafd. Op een gegeven moment kan het gewoon niet meer. De kans op echte misoogsten of het doorbreken van resistenties wordt steeds groter. Misschien moeten er maar eens lege schappen zijn om de ogen bij de consument te openen?
Het is veelzeggend dat die bij het begin van de coronacrisis wc-papier ging hamsteren en geen groente en fruit. Dat zegt wel hoe vanzelfsprekend iedereen goede land- en tuinbouwproducten van hoge kwaliteit vindt.” Jasper Roubos knikt instemmend. Om dezelfde reden heeft hij een plek in het bestuur van de Producenten Organisatie Consumptieaardappelen (POC) ingenomen. “Want de rek is er wel uit. Het is nu zaak om de marktpositie van de boer te verbeteren, om te zorgen dat de landbouw een gelijkwaardige handelspartner wordt. Grotere doel is een betere prijsvorming, met het oog op een rendabele teelt en ruimte voor betaalde verduurzaming.”
Stip aan de horizon
Ultieme stip aan de horizon van ForwardFarming is wat Roubos en Van Beek betreft uitbouw tot een themapark. Niet met springkussens of een kermis, maar puur een ‘Corpus Experience op boerderijschaal’. “Het gesprek zal hier op het erf dan gaan over gezonde voeding. Neem bijvoorbeeld de residuen op fruit. Eet het fruit vooral wel. Het gezondheidseffect is namelijk vele malen groter dan het effect op residuen. Helemaal als je je realiseert dat we niet moeilijk doen over bijvoorbeeld fluoride dat we tweemaal daags op onze tanden smeren voor een sterk gebit. Het draait allemaal om het verstandig gebruik. Je hebt ook messen in de keuken liggen. Als je er verstandig mee omgaat, dan is er niets aan de hand.
De toelatingen zijn nu hazard-based, dus uit voorzorg op mogelijk gevaar als het gaat om blootstelling. Met dezelfde risico’s en voorwaarden die nu worden gehanteerd zou de koffie die ik je net heb ingeschonken niet meer toegestaan zijn. De eisen die worden gesteld hebben een enorm groot effect op de middelen, die we in de landbouw gebruiken.” Roubos sluit zich volledig bij Van Beek aan. “We hebben gewasbescherming gewoon keihard nodig. Dat wordt gewoon niet genoeg begrepen. Gelukkig helpt Bayer ons hier om dit verhaal te vertellen. Ik sta er zelf als akkerbouwer breed in en waarborg dat het verhaal eerlijk wordt verteld.”
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst: Martin de Vries
Beeld: Martin de Vries en Bayer Crop Science