Eén van de onderzoeken die in 2022 startte, was ‘Bladluizen slim beheersen door inzicht in migratie binnen perceel’. Het is een hele mond vol, maar het geeft precies aan wat het project inhoudt. “Waar komt de luis het perceel in en waar overwintert hij? Die kennis is nodig om bladluizen plaatsspecifiek te kunnen beheersen.
Daardoor is minder chemie nodig,” vertelt Sanne Graafstra. Ze is projectleider en adviseur bij kennisinstelling HLB.
Bladluis zorgt voor virusoverdracht
Sanne werkt sinds twee jaar bij HLB, nadat zij haar haar studie Biologische Research afrondde. Omdat ze opgroeide op een akkerbouw- en loonbedrijf, kent ze de vraagstukken uit de praktijk. “Bladluizen zijn vooral lastig omdat ze virussen overbrengen, die onder meer vergelingsziekte in suikerbieten veroorzaken. Ook in pootgoed en bij de lelieteelt zorgen bladluizen voor problemen. Men heeft echter steeds minder insecticiden tot de beschikking. De middelen die er nog zijn, moeten men tactisch inzetten. Ook om resistentie te voorkomen. Liefst zetten we die plaatsspecifiek in, bijvoorbeeld met precisietechnieken.”
Onderzoek op acht percelen
Om dat te doen, is kennis nodig hoe bladluizen migreren. Het vierjarige onderzoek ‘Bladluizen slim beheersen door inzicht in migratie binnen perceel’, waarvan BO Akkerbouw de grootste financier is, gaat dat in kaart brengen. Sanne: “We willen weten waar ze het perceel inkomen, waar ze er weer uit gaan en waar ze overwinteren. Onze verwachting is dat vooral de naastgelegen beplanting een rol speelt. Dan bedoel ik bosschages, struiken, een dorp met tuinen, grasland of andere gewassen. Daartoe hebben we acht percelen van vijf telers uit de buurt geselecteerd die daarin verschillen. Het zijn met name biologische telers en telers van zetmeelaardappelen, omdat zij weinig of geen insecticiden gebruiken. Dat maakt goede monitoring mogelijk.”
Goudvallen monitoren de bladluis
Het onderzoek monitort nauwgezet de ontwikkeling van de bladluis. In en aan de rand van deze acht percelen staan daartoe verschillende goudvallen. Dat zijn doorzichtige lijmplaten, die in een geel kader worden geschoven. Elke week vervangt zusterbedrijf De Groene Vlieg – die het veldwerk verzorgt – de lijmplaten. Daarna telt het alle aanwezige bladluizen. “De data heb ik nog niet geanalyseerd. Zeker is dat weersinvloeden een grote rol spelen. Bladluizen houden namelijk van warm weer en kunnen zich snel voortplanten. We volgen de ontwikkeling van begin mei tot na de oogst van de gewassen. Wordt vervolgd”, besluit Sanne.
Bron: BO Akkerbouw