Om de teelt van bloembollen te verduurzamen is niet alleen virusvrij uitgangsmateriaal nodig. Ook de vollegrond waarin de bollen ná de opkweek groeien moet schoon zijn. Daarvoor is integraal beheer van die grond essentieel.
Complicerende factor daarbij is dat de grond vaak gehuurd is. In het project ‘PPS Bollen@ Bodem & Aaltjes: Integraal aangepakt’ is gewerkt aan een methodiek om de grond duurzaam te verbeteren, zodat vooral aaltjes geen kans meer hebben.
Brede samenwerking
In dit project is er een brede samenwerking tussen Wageningen University & Research, Vertify, kennisinstellingen, Greenports, de brancheorganisaties Bloembollen en Akkerbouw, onderwijs en adviseurs/toeleveranciers. Op 13 mei vond de kick-off met alle partners op de Keukenhof plaats.
Op basis van het Bodem Kwaliteit Plan (BKP) ontwikkelt WUR een methodiek waarmee bollenkwekers de bodem duurzaam kunnen verbeteren; ook wanneer het gaat om een huurperceel. Door beschikbare data breder te delen kunnen gebruikers van de grond slimme bouwplannen maken. Met inachtneming van de problemen van het betreffende perceel. Die problemen hebben vaak te maken met aaltjes, zo blijkt uit een knelpuntenanalyse van de sector.
Bodem en Aaltjes
In het project Bodem en Aaltjes werkt men aan een methodiek waarin het beheersen van aaltjes centraal staat; door een goede samenwerking tussen huurder en verhuurder. Daarvoor is er aanvullend onderzoek gedaan naar onder meer waardplantstatus, schadegevoeligheid, beheersing van stengelaaltjes (inundatie op zware grond) en een beheersingsstrategie voor Trichodoriden, de zogenoemde vrijlevende aaltjes. Daarbij is ook kennis uit andere onderzoeken, bijvoorbeeld uit de akkerbouw (PPS Beter Bodem Beheer), geïmplementeerd.
Wageningen University & Research werkt voor de ontwikkeling van de methodiek samen met bestaande pilotbedrijven; zoals KAVB, de Boerderij van de toekomst van de WUR, telers, adviseurs en onderwijs. Door toepassing van de gegenereerde kennis komt integraal beheer van zowel eigen bollenpercelen als huurpercelen binnen handbereik. Zo worden over de nieuwe methodiek onder meer workshops en digitale lesmodules ontwikkeld.
Bron: Groen Kennisnet