Bij diagnostiek van IRS zijn enkele monsters en meldingen binnengekomen van aantasting door de larven van de bietenaaskever. De larven vreten aan de bladeren, waarbij de bladeren gerafelde vraatplekken vertonen en soms is een zwart groene kleverige vloeistof op de bladranden te vinden.
Levenscyclus bietenaaskever
De bietenaaskever leeft vooral op zandgronden. De volwassen bietenaaskever overwintert in de grond en onder plantafval. Zowel de volwassen kever als de larven kunnen voor vreterij zorgen. De kever zet zijn eieren af aan de voet van bietenplanten. De larven komen uit de eieren en kunnen dan voor vreterij zorgen. Larven lijken een soort ‘zwarte pissenbedden’ en zijn één tot 1,5 cm lang. Na 11 tot 21 dagen verpoppen ze zich. Dit doen ze in de grond. Het is de verwachting dat in juli de kevers weer boven de grond verschijnen. Ze veroorzaken dan geen vreterij meer, maar gaan al vrij snel op zoek naar een plek om te overwinteren.
Bestrijden larven bietenaaskever
Als er op het perceel alleen larven van de bietenaaskever zichtbaar zijn, dan is het advies om de ontwikkeling in de gaten te houden. De larven verpoppen namelijk al na 11 tot 21 dagen. En gezien de hoge temperaturen van afgelopen week, is de verwachting dat dit eerder 11 dan 21 zal zijn. Een biet kan bovendien rond het vier- tot zesbladstadium wel tot 33 procent van zijn bladoppervlak missen, voordat er echt opbrengstderving optreedt.
Als het er nog niet naar uitziet dat de larven gaan verpoppen en dus stopt met vreten, of wanneer er meer dan 33 procent van de bladeren weggevreten is, dan kan een teler overwegen om een bespuiting uit te voeren met pyrethroïden (Decis, Karate Zeon, Ninja of Sumicidin Super). IRS adviseert wel om vervolgens de bladluissituatie wekelijks in de gaten te blijven houden, aangezien de inzet van pyrethroïden kan leiden tot een snellere groei van bladluispopulaties, doordat pyrethroïden de natuurlijke vijanden doden.
Bron: IRS