Uienteler Fredo Smit uit Swifterbant teelt Red Tide uien voor afzet op de vrije markt. Hij kiest bewust voor het zaaien op teeltruggen. “Doordat je niet in de harde grond rooit is er minder rooibeschadiging” geeft Smit aan.
Ten opzichte van de vlakbedteelt levert deze teeltwijze hem meer “oogstzekerheid” op. “Want de waarde van een gezonde partij van uniforme, harde en goed bewaarbare uien is altijd te benutten, ongeacht de marktstemming”.
Ruggenteelt
De ruggen van 75 centimeter zijn gefreesd met een reguliere aardappelfrees voorzien van rugvormers. De ruggen zijn met een aandrukrol afgeplat tot 40 centimeter. Op dat rugplateau worden twee rijtjes gezaaid op 22 centimeter afstand, drie zaaieenheden per hectare. Hiervoor gebruikt Smit een Kramer Proseeder van vier-en-halve meter, met twee elementen per rijtje. De zaaielementen drukken ook de zaaivoor extra aan, zodat de aansluiting met de bodem voor de capillaire werking is gewaarborgd.
Speciale Samon uienrooier
De Samon uienrooier, speciaal voor de ruggenteelt, rooit drie ruggen. De trekker staat daarbij op 2,25 meter. De rooier zelf rooit met een lichte rooi-as op 1,50 meter. De buitenste rijtjes van de duo-rij op de buitenste ruggen worden met een rooischijf naar binnen gerooid.
Voor de rooias zijn vier verticale schijven gemonteerd die de drie ruggen intakt naar de rooi-as en op de rooimat geleiden. De aangedreven looprol achter is gewokkeld en egaliseert de overgebleven rug restanten, waarna de beddingvlakker een glad ligbed voor het uienzwad klaarlegt.
Opbrengst
De aanblik van de uien op de rooimat stemt Smit tevreden. “Dit is een gewoon een topoogst. Wij hebben gelukkig weinig last van meeldauw gehad. Omdat wij een groot gedeelte van de teelt tegen de dijk aan telen merken we minder ziektedruk vanuit andere percelen. Met meeldauw is het toch vaak ongrijpbaar waar het vandaan komt en kun je net geluk of pech hebben met in welk perceel het eerder of later neerslaat”.
Referentie met opbrengsten in de vlakbedteelt heeft hij ook. De opbrengst bij de teelt op ruggen blijft doorgaans vijf tot tien procent achter. Met zes rijen op 2,25 meter en 750.000 zaden teel je feitelijk krapper dan met acht rijtjes. “Maar of de opbrengst dit teeltjaar ook achterblijft ten opzichte van de reguliere teelt, dat valt nog te bezien!”.
Kwaliteit uien
De voordelen van de ruggenteelt wegen voor Smit zwaarder dan een eventuele krappere opbrengst. “Blijft regen na het zaaien uit, dan is de kans groot dat je moet beregenen. Maar in de losse grond wortelen de uien verder prima. De ruggen hebben een groot opwarm oppervlak en de uien profiteren van die extra zonnewarmte. Bij veel natheid in het voorjaar slaat de grond niet dicht, staan de uien droog en zijn ze minder vatbaar voor fusarium of bacterierot. De uienplanten hebben bovenop de rijtjes veel lucht en ruimte. Tussen de rijen ontstaat een ‘windtunnel’ waardoor het
gewas sneller opdroogt. De ziektedruk is daardoor theoretisch gezien lager. Ik zeg theoretisch want als je preventief spuit is het lastig om dat werkelijk in de praktijk te ontdekken. Wel merk ik dat we uniforme, grove, harde en gezonde uien oogsten die hun waarde behouden tijdens het bewaar- en verkoopseizoen. En het rooien gaat makkelijker. Ook als het natter is. We rooien niet in harde grond en daardoor hebben we minder rooibeschadigingen”.
Tekst en beeld: Jan Geert Vedelaar