Het verdienmodel is het belangrijkste struikelblok om te komen tot een vrijwel emissieloze landbouw. Met de Toekomstvisie gewasbescherming 2030 en het bijbehorende Uitvoeringsprogramma slaat de Koninklijke Nederlandse Plantenziektekundige Vereniging (KNPV) toch die weg in. Een heffing op milieuschade lijkt onvermijdelijk. “Na dertig jaar is de tijd van goedkope oplossingen voorbij. De hete aardappel van afhankelijk van chemie hebben we te lang doorgeschoven.”
Landbouweconoom Jan Buurma van de KNPV stelt dat re-design van de gewasbeschermingsplannen noodzakelijk is om de doelen te halen. Door het veranderende koopgedrag kan het niet anders dan dat de landbouw moet veranderen. “Het verdienmodel is de vergeten helft van het verhaal. De eerlijke prijs die ketenpartners en consumenten voor het product moeten betalen. Hoe verenig je de boer-tot-bord strategie?”.
Buurma zoekt de oplossing in culinaire innovaties en op korte termijn ‘small wins’. “Denk aan vergoeding voor natuurstroken. Ook moeten we inzetten op snelle toelating groene middelen. Het is teleurstellend dat we hier al jaren over praten, maar dat er nog weinig is veranderd.” Het belonen van duurzaamheid en het belasten van milieuschade lijkt volgens hem met het vergezicht van 2030 onvermijdelijk. “Denk aan een heffing op grijs tegenover groen, maar ook aan een garantiefonds voor weerbaarheidspilots. Zeg maar de dekking van gewasschade. Daarnaast denk ik aan een ketenbonus voor duurzaamheidsprestaties door middel van culinaire meerwaarde, een milieubelasting per hectare gewas en een bonus voor het verbeteren van organische stofbalans. Bovendien moeten we toe naar een gelijk speelveld voor buitenlands aanbod.”
“Polarisatie zorgt voor verstarring”
Voor het ontwikkelen van de toekomstvisie op gewasbescherming zijn verschillende partijen aangehaakt. Met Natuur & Milieu zit voor het eerst ook een niet-gouvernementele organisatie aan tafel. “Willen we een vrijwel emissieloze teelt, dan moeten we een andere weg inslaan. Onze inzet is om samen met bedrijven en partijen te werken aan oplossingen om schaalgrootte te realiseren. Laat feiten spreken, dat versnelt oplossingen en samen kunnen we duurzaamheid te versnellen”, is de overtuiging van Rob van Tilburg, directeur Programma’s bij Natuur en Milieu (N&M). Hij realiseert zich dat in het debat over gewasbescherming er een sterke beeldvorming speelt. “Polarisatie zorgt echter voor verstarring, dat helpt niet in de omslag, die we moeten maken. Dat is voor ons de aanleiding om aan te schuiven en invulling te geven aan de toekomstvisie en het uitvoeringsprogramma.”
Om de stip op de horizon, de emissieloze landbouw, te bereiken moet het voor een teler financieel aantrekkelijker worden om over te schakelen naar een middelen-arme teelt. “Ons doel is om plant- en teeltsystemen weerbaarder te maken, landbouw en natuur te verbinden, met uiteindelijk het doel: Na genoeg geen emissies naar het milieu en zonder residuen op producten. Om dit in de praktijk te realiseren, is een stevige beprijzing van producten naar milieuschade noodzakelijk”, geeft Van Tilburg aan.
“We moeten de omslag voor telers aantrekkelijk en makkelijk maken door het beprijzen naar milieuschade. Daarnaast is de inzet om toelatingscondities biologische bestrijding te verbeteren en een vangnet voor risico’s te realiseren, die normale bedrijfsrisico’s te boven gaan. Om de teler mee te laten bewegen moeten we weten wat die nodig heeft om de omslag te maken. Bedrijfseconomische prikkels. Een heffi ng ligt gevoelig, maar we willen niet per sector meer belasten, maar juist belonen door anders te werken. Duurzaamheid is exportproduct van de toekomst.”
Strokenteelt kansrijk
Dirk van Apeldoorn van Wageningen University and Research (WUR) ziet veel kansen voor strokenteelt. “Het probleem is dat het akkerbouwareaal te groot is en er te weinig variatie in gewassen zit. Het is een groene woestijn geworden. Met strokenteelt kunnen we dat oplossen. De tijd dringt. De nood is hoog. We kunnen niet wachten op nieuwe technieken. De huidige mogelijkheden met gps op trekkers moeten we inzetten om verschillen gewassen naast elkaar te zetten.”
Volgens Van Apeldoorn kleven er nadelen en vooroordelen aan strokenteelt. Het wordt als complex ervaren, omdat je veel moet nadenken over de inrichting van het bouwplan. Welke gewassen moet je naast elkaar zetten en welke houden minder van ‘buren’? Ook het afstellen van de mechanisatie is een punt. “Het oogt misschien ook ineffi ciënt omdat je mogelijk met verschillende machines met minder capaciteit het land in moeten. Hoe zwaar de nadelen echter wegen, is afhankelijk van de voordelen.”
“Kijk je naar mechanisatie dan moet je er voor zorgen dat een zware kipper voor het aardappelpoten over grasstrook rijdt, zodat er geen schade aan de bodem ontstaat. Een ander voorbeeld is het gebruik van maaimeststoff en, die je bijvoorbeeld prima in de aardappelen kwijt.”
Tragere verspreiding phytophthora
Volgens de WUR-onderzoeker blijkt dat stroken voor een tragere verspreiding van phytophthora zorgt. “Ook is duidelijk dat monoculturen plagen veroorzaken. Het blijkt dat er meer plaaginsecten in grote percelen zitten. We zagen in de strokenteelt ook wel vitella, maar niet in die mate dat je volgens de biologische standaard moet ingrijpen. Daarnaast zaten er ook meer natuurlijke vijanden in strokenteelt.”
Ander voordeel van strokenteelt is dat het bouwplan robuuster wordt, omdat de risico’s worden gespreid. Zo speel je ook in op de toename van lokale clusterbuien, die de oogst bedreigen. “Kleine percelen zorgen voor meer biodiversiteit. Binnen drie jaar ontstaat een vogelparadijs en visueel is het ook aantrekkelijk.”
Residuen van gewasbescherming bij buurgewassen is volgens Van Apeldoorn één van de grote uitdagingen. “Wat we nu hebben heeft daarentegen ook een prijs. Kunnen we dat accepteren? Waarom de stap naar strokenteelt nog niet is gemaakt? Alles is gebaseerd op uniformiteit en grootschaligheid. Boeren hebben geïnvesteerd en dat kun je niet gemakkelijk oplossen. De technieken zijn ontwikkeld juist omdat we monoteelt hebben, maar techniek hebben we ook zo aangepast. We kunnen niet wachten. Diversiteit is een middel. Biodiversiteit heeft diversiteit nodig. Telers die er mee aan de gang gaan, zien de positieve resultaten en worden steeds gekker.”
Dit betreft een artikel uit onze Akkerbouwkrant. De Akkerbouwkrant gratis thuis op de mat?
Tekst en beeld: Martin de Vries