Bij diverse diagnostiekmonsters is een voor suikerbieten te lage pH gemeten. Een pH-CaCl2 beneden de 5,0 leidt tot slecht groeiende bieten en daardoor kan de opbrengst fors achterblijven. Daarnaast is de kans op schade, door onder andere rhizoctonia en aaltjes, groter.
Herkenning
Een lage pH is te herkennen aan een achterblijvende groei van de bieten. Blad kleurt lichtgroen en wordt in een later stadium geel. Wortels ontwikkelen slecht en worden regelmatig zwart. Dit beperkt onder andere de fosfaatopname, waardoor een paars-/roodachtige bladverkleuring zichtbaar kan worden.
Variatie in percelen
Binnen percelen, zeker wanneer deze groot en/of heterogeen zijn, is vaak variatie in de pH aanwezig. Door op meerdere plaatsen te bemonsteren, bijvoorbeeld op plekken waar de bieten slechter groeien, of door een bodemscan uit te laten voeren, kan deze variatie in kaart worden gebracht en kan de kalkgift pleksgewijs aangepast worden.
Met name op lichtere gronden, maar ook op kleigronden waar de laatste jaren weinig is bekalkt, is de kans op een te lage pH aanwezig. Om in volgende jaren te voorkomen dat dit tot opbrengstderving leidt, is het zaak om tijdig te bekalken. Dit kan gebeuren in de zomer en/of herfst, na de oogst van vroegruimende gewassen zoals granen.
Verschil in gewassen
De optimale pH voor uw perceel is afhankelijk van de grondsoort, het organische stofgehalte en het bouwplan. Op zavel- en kleigronden speelt ook het lutumgehalte een rol. Suikerbieten verlangen een hogere pH, terwijl aardappelen goed gedijen bij een lagere.
Bron: IRS