Eind 2035 moeten alle biologische boeren in Europa 100% biologisch zaad gebruiken. Om het internationale aanbod beter in beeld te brengen lanceert FIBL Duitsland de EU-routerdatabase. Zaadbedrijven krijgen hiermee via één account toegang tot alle nationale databases voor biologisch zaad. Tegelijkertijd krijgen boeren in heel Europa toegang tot een breder assortiment aan biologische zaden in hun nationale databases.
De biologische wetgeving verplicht alle EU-lidstaten om een nationale database op te zetten met daarin het aanbod aan biologisch zaad en aardappelpootgoed. In veel EU-landen is die database echter nog bijna leeg. Tegelijkertijd is het voor internationaal opererende zaadbedrijven lastig om toegang te krijgen tot alle nationale databases. Om deze problemen aan te pakken is binnen het LIVESEED project de EU-router database ontwikkeld die al de nationale databases voor biologisch zaad met elkaar verbindt.
Router database
Het doel van de router database is om de beschikbaarheid van biologisch uitgangsmateriaal zoals zaden en pootgoed voor boeren in heel Europa te vergroten. Dankzij deze nieuwe database krijgen zij makkelijker toegang tot biologisch uitgangsmateriaal dat in het buitenland geproduceerd is.
Maaike Raaijmakers, projectleider bij Bionext: “Dit kan bijvoorbeeld interessant kan zijn voor buurlanden met een vergelijkbaar klimaat. Soms zijn nét over de grens bepaalde rassen wel biologisch beschikbaar waar de boeren nu geen weet van hebben, omdat ze niet in hun database staan.” Biologische boeren en tuinders kunnen gewoon hun bekende nationale databases blijven gebruiken. In Nederland is dit de Biodatabase.
Grotere markt
Voor internationaal opererende zaadbedrijven is het nu soms best ingewikkeld om hun biologische zaden of vegetatief uitgangsmateriaal in andere nationale databases te laten opnemen Ze lopen daarbij tegen allerlei taal- en administratieve barrières aan. Daarom is de EU-routerdatabase ontwikkeld. Daarmee kunnen zaadbedrijven hun aanbod aan biologisch uitgangsmateriaal voor verschillende EU-landen in één keer invoeren.
Zo kan een Nederlandse aanbieder bijvoorbeeld aangeven dat bepaalde rassen ook beschikbaar zijn voor Griekenland en Bulgarije. De nationale overheden van de verschillende landen moeten het aanbod nog wel accepteren. Zij zullen bijvoorbeeld nagaan of de aangeboden rassen geschikt zijn voor het klimaat in hun land. Raaijmakers: “We verwachten dat de EU-routerdatabase de zichtbaarheid van het aanbod aan biologisch zaad in Europa zal vergroten. Hierdoor wordt de kans ook kleiner dat er ergens biologisch zaad op de plank blijft liggen.”
Aantal ontheffingen verlagen
Het aanbod in de nationale database is leidend voor het verlenen van ontheffingen voor het gebruik van gangbaar uitgangsmateriaal. Biologisch zaad dat niet in de nationale database staat, wordt gezien als “niet beschikbaar”. Met de toevoeging van het internationale aanbod in de nationale databases, kunnen organisaties als Skal Biocontrole dit meenemen in de beslissing of een boer ontheffing krijgt.
Raaijmakers: “Nu verkopen zaadbedrijven hun rassen nog vaak direct aan boeren via lokale contactpersonen. Het is belangrijk dat ze hun aanbod ook op de EU-routerdatabase gaan aanbieden in alle landen waar ze zaken doen. Hierdoor komt het op de nationale databases terecht en kan er voor die rassen geen ontheffing meer worden verleend.”
100% biologisch zaad
De komst van de database is een belangrijke stap in de route naar 100% biologisch zaad. Raaijmakers: “In Nederland zitten veel bedrijven die actief zijn in de productie van biologisch uitgangsmateriaal. Hierdoor hebben we ook veel biologisch aanbod in onze database. Ik hoop dat deze routerdatabase ertoe gaat leiden dat er ook meer aanbod komt in landen die nu een (bijna) lege nationale database hebben.
De Nederlandse groentezaden en pootgoed voor aardappelen zijn geschikt voor meerdere gebieden in Europa. Dat stopt niet bij de landsgrens. Andersom produceren we in Nederland nauwelijks biologische zaden voor granen, voedergewassen en groenbemesters. Via deze database krijgen Nederlandse boeren meer toegang tot het internationale aanbod.”
LIVESEED-project
Voor het LIVESEED-project zijn de databases van alle Europese landen en Zwitserland onderzocht. Daar zaten mooie voorbeelden bij. Raaijmakers: “In Denemarken zetten ze in hun nationale database meer informatie over de verschillende rassen erbij. Zo staat er een korte omschrijving van de eigenschappen die het ras heeft en resultaten van rassenproeven. Dit is voor boeren en tuinders erg handig, zeker als het om internationaal aanbod gaat.”
De internationale training voor zaadbedrijven vindt online plaats op 28 april van 10:00 tot 12:00. Registreren kan door een mail te sturen naar Xenia.Gatzert@fibl.org, voor praktische vragen over de database kunt u ook bij haar terecht. Inloggen op de database kan via www.seeds4organic.eu
De EU-routerdatabase is ontwikkeld binnen het internationale project LIVESEED waar Bionext en Vitalis deel van uitmaken.
Bron: BioNext