Na de zachte winter van vorig jaar hadden we een zeer vroege activiteit van groene bladluizen. Het verloop van de temperatuur in de winter en het voorjaar is bepalend voor de aantallen op het begin van het groeiseizoen. Ook de structuur van de grond heeft baat bij de vorst.
Vorst heeft invloed op bladluizen
De huidige winterse omstandigheden zou in dat kader een stuk gunstiger kunnen uitpakken dan vorig jaar. De strenge vorst heeft invloed op de overwintering van de bladluizen en de overleving van bronnen van vergelingsvirussen (resten en opslag van bieten, onkruiden). Bladluizen overwinteren in warme winters zowel als ei als bladluis.
In koude winters, als de temperaturen langere tijd kouder zijn dan -7°C, dan overleven alleen de eieren. Dit zorgt ervoor dat een populatie bladluizen in het voorjaar veel kleiner is en bovendien later op gang komt. Goed nieuws dus, dat maakt de algemene luisdruk minder. Na de winter bepaalt de temperatuur in het voorjaar hoe vroeg de overlevers uiteindelijk in de bieten kunnen verschijnen. Daarover kunnen we nog niets zeggen.
Hebben we baat bij de vorst?
Vorst is algemeen goed voor het mede herstellen van de structuur. Ook denken we dan aan het bevriezen van de verliesknollen van de aardappelen van vorig jaar. De oogst in de herfst heeft onder natte omstandigheden plaatsgevonden, en kan wel een correctie gebruiken. De sneeuwlaag zorgt wel voor een isolerende deken en zal het dieper invriezen van de bodem beperken. Afwachten dus of we hier echt baat bij gaan hebben.
Bron: Cosun