Anaerobe bodemontsmetting is in de ogen van loonwerker Wiel Seelen uit Maasbree de oplossing tegen schadelijke organismen, zoals de knolcyperus. Zo’n vijftien jaar is hij bezig geweest met het uitdenken en ontwikkelen van een folielegger. Inmiddels is zijn AGO-Force gepatenteerd en het resultaat verbluffend. “Laten we terug gaan naar de basis en dat is de bodem.”
Het principe van biologische bodemontsmetting is simpel en doeltreffend. Per hectare wordt veertig tot vijftig ton vers groen raaigras geklepeld, gefreesd en gespit voor een goede menging in de bouwvoor. Voor de luchtdichte aflegging wordt met folie in banen van 3,70 meter een perceel luchtdicht afgedekt. “In deze zuurstofloze situatie, oftewel anaeroob, verteerd het raaigras snel.” Het gaat om een combinatie tussen voeding oftewel de eiwitten uit het gras, vocht en een temperatuur boven de zestien graden. Dat zijn factoren die het bodemleven activeren”, legt Wiel Seelen uit.
Bodemontsmetting helpt bij knolcyperus
De loonwerker draait inmiddels in Weert samen met het Belgische Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw (PVL) en de Limburgse Land- en Tuinbouw Bond (LLTB) proeven met anaerobe grondontsmetting. Doel is om een oplossing te bieden tegen de knolcyperus. Het hardnekkige onkruid bedreigt niet alleen de productkwaliteit in de zandgebieden. Op percelen, die met knolcyperus zijn besmet, mogen geen wortel- en knolgewassen worden geteeld. “Uit testen van Wageningen University & Research blijkt dat biologische bodemontsmetting tot 99,8 procent doding van de knolcyperus geeft.”
Zoektocht naar luchtdichtheid
Wiel Seelen begon meer dan vijftien jaar geleden al met de ontwikkeling van een folielegmachine. “Dit rolt eigenlijk voort uit een proef met aaltjesbestrijding op het proefbedrijf van PPO in Vredepeel. Daar keken we op een perceel naar de effecten van gras en kuilfolie. Deze methode wierp z’n vruchten af, alleen liepen we er tegenaan dat de kuilfolie niet helemaal dicht was. Luchtdichtheid is voor het succes wel noodzakelijk. Dus moet het machinaal. Daarom heb ik zelf een machine gebouwd. Na tien keer het prototype te hebben aangepast, is er nu een machine, die in de praktijk goed werkt.” Waar het prototype in de beginfase een hectare in acht uren tijd luchtdicht afdekte, is de capaciteit inmiddels vier uur. Dat maakt het verdienmodel ook interessanter.
De foliebanen worden als dakpannen ingeploegd tot een diepte van tien tot vijftien centimeter. Dit is een verankering met het oog op de wind. “Die mag niet onder de folie komen.” De rollen zijn vijfhonderd meter lang. Waar Seelen de banen voorheen in de overlap op elkaar lijmde, plakt hij er nu een strook van zestig centimeter over de banen. “We zochten de oplossing eerst in soorten lijm, maar nog altijd ging het een enkele keer fout met de wind. Nu houden we tussen de banen een opening van vijftien centimeter, die we dichtplakken met die strook van zestig centimeter.”
Aan weerszijden is nu een overlap van ongeveer twintig centimeter, die wordt verlijmd en met een wiel wordt aangedrukt. “Het verlijmde oppervlak is groter. Bij het prototype had ik eerst ook drukloze cilinders. Nu worden de wielen met gasveren onder druk gezet, waarmee alles optimaal wordt afgedicht.”
Speciale bok voor de compressor
Voor de compressor, de lijm wordt onder luchtdruk aangebracht, heeft Seelen een speciale bok gemaakt zodat die voorop de hef kan. Met een kouter voorop de getrokken AGO-force wordt een sleufje in de grond gelegd. Met een schijf wordt de folie in de sleuf gestoken en aangedrukt. De folie wordt door een hydraulisch aangedreven mes afgesneden aan het einde van de baan, als de drukwielen van de ene naar de andere kant van de machine verplaatsen. Dat is nodig voordat de machine aan een volgende baan kan beginnen.
In transportstand wordt de machine een kwartslag gedraaid, zodat de folielegger als aanhanger achter de trekker over de weg kan. De machine heeft een eigen gewicht van ongeveer achttienhonderd kilo en kan door een trekker van honderd pk worden getrokken. De folie is recyclebaar. “Biologisch afbreekbare folie is ook een optie, nadeel is echter dat het afbreken al vanaf dag één begint en er een behoorlijk prijskaartje aan hangt.”
Tekst: Martin de Vries
Foto’s: Martin de Vries en Loonbedrijf Seelen