Iedereen heeft een mening over het ‘blauwe goud’. Want voldoende zoet water jaarrond beschikbaar hebben, blijkt niet meer vanzelfsprekend. ‘Wij moeten focussen op een weerbare bodem’, zegt LTO-bestuurder Trienke Elshof.
Visie klimaatbestendig watersysteem
Elshof geeft als LTO-portefeuillehouder ‘Ondernemen in een gezonde omgeving’ haar visie hoe de sector, maar ook boeren en tuinders op bedrijfsniveau, kan werken aan een robuuster klimaatbestendig watersysteem. Want met voor het derde jaar op rij een groot neerslagtekort aan het einde van de zomer is het niet meer de vraag of, maar hoe Nederland zich moet voorbereiden op weersextremen als te nat, te droog en ook, te zout. Dat vraagt aanpassing bij overheden, waterschappen, burgers en bij boeren en tuinders.
Te droog, haspel uitrollen
‘Alleen de haspel uitrollen is in toekomst niet meer afdoende’, stelt Elshof. ‘Op bedrijfsniveau vraagt dit dat boeren en tuinders gaan nadenken over hoe ze schade kunnen voorkomen. Dat je er rekening mee houdt dat er een beregeningsverbod komt. Misschien betekent dat ook andere gewaskeuzes maken. Tegelijkertijd zien we ook dat het groeiseizoen langer duurt en dat er vaker hardere wind is. Er gebeurt van alles.’
Goede zoetwatervoorziening
Elshof benadrukt dat LTO primair vindt dat overheden en de waterschappen verantwoordelijk zijn voor een goede zoetwatervoorziening. ‘Dat ontslaat ons er niet van om doelmatig en efficiënt met zoet water om te gaan. Daarbij ligt voor ons de focus op een weerbare bodem, dus het verbeteren van bodemkwaliteit en -structuur. Zodat de bodem meer kan hebben en veel water kan opslaan.
Ook het actief inspelen op efficiënter gebruik van zoet water bij te droog, met bijvoorbeeld regelbare drainage en ondergrondse waterberging is een punt waar boeren zelf aan kunnen werken. Het is de taak van LTO om leden hierin te ondersteunen, bijvoorbeeld via de vele projecten en subsidiestromen die onder het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer vallen.’
Innovatieve en ingrijpende oplossingen
Omdat de aanpassing van het watersysteem voor een groot deel bij overheden ligt, vraagt dit voor LTO alertheid. Want de (deskundige) meningen buitelden deze zomer over elkaar heen, van de aanleg van een nieuw meer in de Achterhoek tot een pijpleiding vanaf de rivieren de hoge Veluwe op. ‘Aan de ene kant ben je dit soort innovatieve en ingrijpende oplossingen nodig om wat aan grondwaterstand doen’, vertelt Elshof. ‘Als het de landbouw helpt om verdroging tegen te gaan, dan sta ik er wel positief tegenover. We zien nu dat heel veel partijen van alles roepen en uiteindelijk moet de landbouw het doen. Als LTO zijn we er alert op dat we aan tafel zitten en dat de juiste keuzes worden gemaakt.’
Landbouw sterker profileren
Tegelijkertijd ziet Elshof kansen voor de positionering van de land- en tuinbouw in de discussie over watergebruik, – besparing en -berging. ‘Wij kunnen ons sterker profileren als sector die een bijdrage kan leveren aan de oplossingen rond het omgaan met klimaatverandering. Onze sector is voor 19 procent verantwoordelijk voor grondwateronttrekking. Wij zijn dus niet de grootste, maar wel de meest zichtbare. Dat maakt ons kwetsbaar.’
Bron: LTO Noord