De coronacrisis heeft veel invloed gehad op de vraag naar grondstoffen. Ook in de granenmarkt moest de vraag het ontgelden, hoewel de totale vraaguitval relatief beperkt bleek. Vooral de vraag naar tarwe bleef nog enigszins op peil door een flinke toename in de thuisconsumptie. Maar evengoed hebben alle granenmarkten door Covid-19 aan evenwichtigheid moeten inboeten. Het zorgt ervoor dat er mondiaal voldoende aanbod is en voorlopig blijft. Want een herstel naar pre-covid-19 vraagniveaus valt niet snel te verwachten.
Vraaguitval door Covid-19 fors, maar relatief gezien beperkt
De coronacrisis heeft dit jaar veel invloed op de grondstofprijzen gehad. Zo is de CRB-index – een representatieve indicator van de mondiale grondstofmarkten – van 20 januari tot en met 20 april met ruim 40% gedaald. Daarna zette het herstel zich langzaam in. De graanprijzen hebben ook onder druk gestaan, maar de daling is niet zo scherp geweest als bij de CRB-index. Negatief sentiment dicteerden de grondstofprijzen.
In de granenmarkt was per saldo de vraaguitval fors, maar een stuk minder dan in andere grondstofmarkten. Maar doordat de vraag naar sommige granen (met name tarwe) door voorraadvorming van landen en ook eindconsumenten relatief stabiel bleef of zelfs toenam, kon de prijsdaling nog relatief beperkt blijven. De abrupte scherpe daling van de vraag naar brandstoffen trof ook de vraag naar maïs en sojabonen bovengemiddeld. Deze grondstoffen worden namelijk ook gebruikt bij het maken van hernieuwbare brandstoffen, zoals ethanol. De combinatie van hogere productie en lagere vraag zorgt ervoor dat het aanbod mondiaal hoog blijft. Want een snel herstel van de vraag ligt in dit stadium niet voor de hand.
Tarwe: voorraden op historisch hoog niveau
De vooruitzichten voor de oogst van grote tarweproducenten, zoals Rusland, Canada, Australië, China en India zijn goed. Het aanbod van tarwe blijft daarmee voorlopig op peil. Volgens de International Grains Council (IGC) nemen de mondiaal voorraden van tarwe volgend seizoen toe met zo’n 4%. Geen gebrek aan tarwe dus. Aan de vraagzijde heerst de meeste onrust. Ondanks dat de vraag naar tarwe minder hard is getroffen dan de vraag naar andere granen, ligt het niveau van de vraag nog onder het pre-covid-19 niveau.
En Covid-19 blijft de gemoederen bezighouden. De aanhoudende onzekerheid over de vraagvooruitzichten die hieruit voortvloeit, blijft voorlopig veel invloed uitoefenen op het marktsentiment. Daarmee is de prijs van tarwe sterk onderhevig aan de stemming van investeerders. Die zijn nog niet in juichstemming. De zwakkere dollar in de VS is echter goed voor de competitiviteit van de VS op de exportmarkt. En die dollarzwakte houdt voorlopig aan. Dit voordeel zullen grote importerende landen in Azië en Afrika (zoals Egypte, Algerije, Indonesië en de Filipijnen, maar zeker ook China) niet links laten liggen.
Maïs: lagere ethanolproductie zorgt voor vraaguitval maïs
De International Grains Council (ICG) en het Amerikaanse ministerie van landbouw (USDA) gaat voor komend seizoen uit van een recordoogst aan maïs. Circa 70% van het totale aanbod aan maïs wordt geoogst in de VS, China, Brazilië en de EU. Hier neemt de productie komend seizoen toe met gemiddeld 5%. De vooruitzichten voor de vraag zijn nog steeds niet optimaal en zorgt voor een overaanbod. Covid-19 heeft in de totale vraaguitval zijn tol geëist, maar ook de scherp gedaalde (en nog steeds relatief lage) olieprijs heeft een flinke duit in het zakje gedaan. Een lage olieprijs maakt de productie van ethanol uit maïs namelijk financieel een stuk minder aantrekkelijk. Ook de vraag naar ethanol was zwak door de mondiale lockdowns.
De komende tijd blijft de maïsmarkt mede in de ban van Covid-19 en de trend in de olieprijs. ABN AMRO gaat uit van een langzaam herstel van de olieprijs tot en met 2021. Dit houdt de productie van ethanol relatief laag. Met de lagere vraag vanuit de ethanolmarkt en de voorlopig goede mondiale beschikbaarheid van maïs wordt het opwaarts potentieel van de prijs van maïs sterk beperkt.
Sojabonen: competitiviteit sojabonen uit VS neemt toe
De sojabonenmarkt kent drie belangrijke spelers: de VS, Brazilië en China. De VS en Brazilië hebben een gezamenlijk aandeel van bijna 85% in de exportmarkt van sojabonen. En de grootste volumes aan sojabonen gaan richting China. Deze sojabonentriangel bepaalt in grote mate het marktsentiment. De Chinese honger naar sojabonen blijft, want het product is proteïnerijk en dus bij uitstek geschikt als veevoer voor met name varkens. Het groeipotentieel van de Chinese varkensstapel is groot voor de komende jaren, zodra het land nieuwe uitbraken van de Afrikaanse Varkenspest onder controle krijgt.
Braziliaanse boeren willen profiteren van deze Chinese honger naar sojabonen en breiden omwille daarvan hun areaal flink uit. Dit gaat vaak ten koste van kwetsbaar natuurgebied. De fikse uitbreiding gaat volgend seizoen in ieder geval voor recordoogsten zorgen in Brazilië. Dit houdt de prijs van Braziliaanse sojabonen relatief laag. De sojabonen uit de VS worden op hun buurt de komende tijd competitiever door de zwakkere dollar. Onze verwachting is dat de dollar verder afzwakt richting eind 2021. Ook neemt de productie in de VS verder toe, wat de prijs ook daar in toom houdt. De lachende derde is natuurlijk China. Het land blijft een strategisch inkoper en zal geen enkel prijsvoordeel links laten liggen.