De uitkomsten van de experimenten met natuurlijke plaagbestrijding in aardappels en uien in Noord-Holland zijn bekend. Op 17 september (15.00-17.00 uur) worden de resultaten met geïnteresseerden akkerbouwers besproken, als de ontwikkelingen rondom corona het toelaten.
Er wordt dan ingegaan op de resultaten en op de vraag of en hoe akkerranden bijdragen aan gewasbescherming. Bij deze alvast een kleine preview van de resultaten.
Bladluizen onder schadedrempel
De tellingen in aardappel zijn klaar. Het aantal bladluizen bleef gemiddeld ver onder de schadedrempel van 25 bladluizen per samengesteld blad bij schraal weer. Op 12 juni waren er gemiddeld 5 bladluizen per natuurlijke vijand; ruimschoots voldoende om bladluizen onder controle te houden. De vuistregel is maximaal 10 bladluizen per natuurlijke vijand. Het grootste aantal natuurlijke vijanden bestond uit sluipwespen die bladluizen parasiteren, gevolgd door zweefvliegen en gaasvliegen, waarvan de larven bladluizen eten en lieveheersbeestjes. Er waren geen noemenswaardige verschillen tussen bedrijven met of zonder akkerrand.
Zaaiuien
In de zaaiui zien we op dit moment bij twee bedrijven een sterke stijging van het aantal trips per blad, terwijl op de vier andere bedrijven de trips veel minder sterk toeneemt en ruimschoots onder de schadedrempel blijft van 1 trips per blad. Op alle bedrijven is dezelfde bloemenrand ingezaaid met boekweit en schermbloemigen en zijn tellingen gedaan van natuurlijke vijanden en bodeminsecten. We hopen aan het eind van het seizoen meer te begrijpen over de verschillen in populatiedynamiek van trips tussen bedrijven en hoe bloemenranden kunnen helpen bij het onderdrukken van trips.
Over het project
Het project FAB+ (Functionele Agro Biodiversiteit) is een samenwerking van verschillende partijen (WUR, LTO Noord, NFO, KAVB, IRS, Suiker Unie, Mans Weert, Boltha, BO Akkerbouw, The Greenery en LTO Nederland) die de inzet van natuurlijke plaagbestrijders proberen te verbeteren in verschillende teelten (aardappels, uien, appels, peren, lelies en suikerbieten). LTO Noord is hierin de trekker van de pilot akkerbouwgewassen, waarin ingezet wordt op het delen van bestaande kennis en verzamelen van nieuwe kennis door experimenten in aardappels en uien. Het overkoepelend doel van de verschillende pilots is om een gebruiksvriendelijke tool te ontwikkelen voor boeren en tuinders voor de inzet van natuurlijke plaagbestrijders.
Bron: LTO Noord