Innovatief in capaciteitsverhoging. Bij VSS Machinebouw is dit de kern voor de machinebouw van uienmechanisatie. De VSS AMAC Frontrooier uien (FRU 3000) en de VSS AMAC Uienlader (UL 1480) zijn daarvoor exemplarisch. De gebruikers zijn lyrisch. “Met een stuk vakmanschap zorgt dit voor een meeropbrengst.”
Kees den Engelsen, mede-eigenaar van loonbedrijf de Biesbosch in Dordrecht, werkt drie seizoenen met een drie meter brede frontrooier van VSS AMAC. Hij rooide de zaaiuien voorheen met een Holaras op 1,50 meter. Hierdoor is de overstap naar een werkbreedte van drie meter eenvoudiger, dan de overstap van 2,25 meter naar drie meter. “Spuiten, kunstmest strooien, spitten, alles is bij ons ingesteld op een werkbreedte van drie meter. Met deze capaciteitsvergroting van het rooien op drie meter kan ik in mijn eentje honderd hectare aan. Anders had ik een extra trekker en een extra werknemer moeten nemen.”
Filmpjes van de frontrooier van VSS in de praktijk overtuigden Den Engelsen. “Ik moet minimaal twee meter tussen de wielen hebben. Ik investeerde in een nieuwe stevige vooras voor de trekker. Zo’n frontrooier van 2850 kilogram weegt ook heel wat. Dan komt het er wel op aan.”
Frontrooier bestaat uit twee delen
De frontrooier bestaat feitelijk uit twee delen, die onafhankelijk van elkaar te regelen zijn. Het begint met het klappen van het uienloof. Hiervoor wordt een klepel-as gebruikt, waarna het loof met een hydraulisch aangedreven band wordt afgevoerd. Die kan zowel linksom als rechtsom draaien. “Voor een goede afvoer is het wel belangrijk dat het loof beide kanten op kan.” De sleepvoeten voor de automatische diepteregeling voor loofklapper zijn vóór de machine gemonteerd.
Het rooigedeelte is verdeeld in twee velden van elk vijf schijven. De rooidiepte is onafhankelijk van de loofklapper in te stellen. “Het eerste jaar werkte ik met dieptewieltjes voor het rooigedeelte. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om daar ook de automatische diepteregeling te monteren. Nu heb ik twee tasters per schijvenveld, die over de grond slepen en meten of de diepte van de schijven moeten worden bijgesteld.”
Het gebruik van de schijven is voor Den Engelsen van grote meerwaarde gebleken. “Zeker onder natte omstandigheden rooi je veel schoner. Ik heb afgelopen november nog een blok uien gerooid, het moment dat rooiers met een rooias niet meer konden.” Den Engelsen is er van overtuigd dat de kwaliteit van het gewas beter is. “Met schijven ga je half zo diep de grond in. Met de schijf raak je de ui niet aan. Het gewas wordt net als een ei of aardappel behandeld. Uiteindelijk moeten de worteltjes er aan blijven zitten, daar is de ui namelijk het meest kwetsbaar. Dat de laatste uien na de oogst van 2019 nu pas uit de bewaring komen, laat ook wel zien dat ze beter uit de grond komen.”
GPS is cruciaal
GPS is cruciaal bij het gebruik van schijven, een chauffeur rijdt immers nooit zo recht als gps. Omdat het zo nauw komt met de half bolle schijven is het advies van VSS om dezelfde trekker voor het zaaien en rooien te gebruiken. Ook Den Engelsen doet dat. “Nadeel van schijven is dat als er iets verkeerd gaat, je de ui kapot snijdt. Het lijkt al gauw erg, maar is door goed voorwerk en een stukje vakmanschap goed te voorkomen.
Rooias beschadigingen daarentegen zie je niet direct in het veld. Dat is het grote verschil.” De loonwerker uit Dordrecht is er van overtuigd dat hij met schijvenrooien minder tarra behaalt. “Met een rooias beschadiging krijgt de ui een tik op de kont en wordt eerder zacht in vergelijking met een ui die als een ei behandeld is.” Ondanks een aantal ‘snijders’ behaalde Den Engelsen een lage tarra van 3 tot 4 procent.
Elfde rijtje pure winst
Groot voordeel van de frontrooier van VSS is een optionele elfde rooischijf, die Den Engelsen heeft laten monteren. “Een extra rij is pure winst. Veelal krijg ik de vraag of de uien dan niet minder grof zijn. Ik heb echter vier procent meer opbrengst ten opzichte van tien rijen.” Op de achterkant van een bierviltje rekent Den Engelsen snel de winst uit. “Met het extra rijtje heb je in het teeltjaar 2019 vier ton uien extra per hectare. Op twaalf cent kom je op 250 euro. Dat betekent dat de akkerbouwer op een extra rijtje zijn loonwerker nagenoeg kan betalen.”
Aan de zijkant van de machine zijn twee hydraulisch aangedreven spijlenbandjes gemonteerd die de buitenste rijen gerooide uien naar het midden dwingen. Zo komen de uien tussen de tractorwielen terecht. Aan de achterzijde heeft Den Engelsen een zwadrooier van 2,25 meter. “Met een rooias die niet diep hoeft. Eigenlijk worden de uien alleen maar opgeraapt en uitgezeefd.” Hij gebruikt doorgaans steek 48 op de graafmat en op de zeefmat steek 42. Afhankelijk van het seizoen of het weer kan hij een steek 42 graafmat monteren. “Dit is in een uurtje omgebouwd.”
Zaaiuien
De schijvenrooier zet Den Engelsen alleen in voor zaaiuien. “Tweedejaars plantuien staan meer uit de rij en dan ben je met schijven in het nadeel.” Naast winst in opbrengst ziet de loonwerker ook een ? inke brandstofbesparing ten opzicht van rooien op 1,50 meter. “De rooier rolt door de schijven met kleine kartelrand vanzelf, het is alleen een beetje duwen. Dat kan net met mijn vier cilinder trekker van 160 pk. met de fronthef van 3,5 ton krijg ik ‘m omhoog. Al moet ik eerlijk bekennen dat dit wel de max is.”
Den Engelsen merkt op dat er geen schade aan de uien ontstaat als je harder gaat rijden. “Met schijven kan negen kilometer per uur, zeven tot acht is niets bijzonders. Bij een rooias rooier is vijf kilometer het absolute maximum. Dat betekent een capaciteitsverhoging. Voorheen deed ik vier hectare per dag met mijn 1,50 meter rooier. Acht hectare met de drie meter schijvenrooier is een ‘gewone dag’. Mijn top is twaalf hectare op een dag.”
“Inmiddels zijn al mijn klanten om en zien zij de voordelen van schijven én drie meter. Bovendien zien ze dit ook terug in de portemonnee. Al vraagt de manier van werken wel om vakmanschap. De chauffeur kan de teelt maken en breken.”
Uienlader blinkt uit in capaciteit en eenvoud
Loonbedrijf Van den Dries uit het Zeeuwse ’s-Heerenhoek is gespecialiseerd in de oogst van plantuien. Vorig jaar hebben ze bij VSS drie identieke uienladers gekocht. In tegenstelling tot het vakmanschap dat bij de frontrooier om de hoek komt kijken, blinkt de uienlader volgens Arjen van den Dries juist uit in eenvoud. “De bediening is simpel. Alles zit er op. De knoppen zijn binnen handbereik. Hierdoor kan iedereen, van zzp’er tot stagiair, met deze uienladers overweg.”
Voor het loonbedrijf is de simpele bediening cruciaal, vooral in de drukke oogsttijd. De onderneming heeft zeven vaste medewerkers. “Bij een brand verloren we machines. We hadden een rooier en twee laders. Het besluit is genomen om te vernieuwen met drie uienladers. We kozen er voor één met een graafmat met het oog op capaciteit, goede reiniging en minder beschadiging.”
Onderhoud
Naast de eenvoudige bediening is ook onderhoud voor Van den Dries een belangrijke eigenschap van de uienlader. “Er is gebruik gemaakt van een degelijke aandrij?ijn, zonder kettingen en dus ook geen slijtagegevoelige onderdelen. Alles is direct aangedreven met standaard componenten. Het is brandstofbesparend en bij ons volstaat een lichte John Deere 5620, 80 tot 130 pk is voldoende en zelfs 70 pk kan.”
De hoge capaciteit is desalniettemin cruciaal. De uienlader kan in goede omstandigheden honderd ton per uur opladen. Meer is zelfs ook nog mogelijk in perfecte omstandigheden. Dit is erg afhankelijk van weersomstandigheden, grootte van de percelen, grootte van de uien, welke kiepers en de aanwezigheid van voldoende vrachtauto’s of een inschuurlijn die de capaciteit aan kan. “Wij rooien zelf op jaarbasis driehonderd hectare. Met deze brede zeefband van 1480 millimeter en een lengte van 8,5 meter heb je honderd ton op een zwad van 2,25 meter snel geladen en verwerkt. Hier hebben we heel veel vroege uien, die door de uienverwerkers uit de omgeving snel worden verwerkt.”
Wendbaarheid
Vierde voordeel dat Van den Dries benoemd is de wendbaarheid van de lichte combinatie. “We hebben hier percelen van 35 hectare maar ook van een halve. Er zijn hier toch heel veel hoekjes, waardoor je moet draaien en keren. Daar is deze machine uitermate geschikt voor. De automatische middenstand zorgt er voor dat je met een druk op de knop de combinatie weer in het juiste spoor krijgt.”
“Met het gewicht van 4800 kilogram kun je ook onder slechte omstandigheden de uien van het land halen”. De transporteurband is uitgevoerd met rubber beklede spijlen en rubberen meenemers, waardoor de kwaliteit van het product beter is gewaarborgd”, merkt Van den Dries op. “Door de kleine diameter van de neusrol, gaan de uien probleemloos de mat op. Tevens is de hellingshoek van de uienlader zeer klein en voorkom je het terugrollen van de uien. Dat is vaak bij andere uienladers anders en ik denk dat de uienlader van VSS daar ook het verschil maakt. We hebben het niet berekend, maar de ui wordt extra beschermd. Dit komt de kwaliteit ten goede en dat betekent ook weer een lager tarra percentage. Capaciteit is ontzettend belangrijk, maar kwaliteit is de basis.”
Tekst en beeld: Jan Geert Vedelaar