De agrarische vastgoedmarkt is gemiddeld genomen in 2017 verbeterd. Het aantal transacties van agrarische bedrijven steeg en de gemiddelde prijs lag ook hoger. Daarnaast werd een gemiddeld bedrijf binnen 200 dagen verkocht, iets wat 2 maand sneller is dan een jaar geleden het geval was. Het totale aanbod is met een kleine 4% wel wat afgenomen. Het geldvolume dat met de verkoop van de agrarische bedrijven gemoeid ging is met ruim 20% gestegen. Dit is onder meer het gevolg van een toename in het aantal transacties van melkveebedrijven. Dit signaal laat zien dat de dynamiek weer aan het toenemen is.
Stabiele cijfers voor agrarische gronden
In 2017 lag de gemiddele prijs voor agrarische grond per hectare op € 59.500,=. De bouwlandprijzen liggen met een gemiddelde van € 65.500,= per hectare standaard hoger dan de prijzen voor grasland. De bouwlandprijzen van 2017 zijn te vergelijken met die van 2016: namelijk € 65.700,= per hectare. De vraag houdt redelijk stand maar de prijzen zijn sterk afhankelijk van de regio. Grote en goedgelegen percelen zijn in trek, omdat deze percelen ook voor specifieke akkerbouw- en tuinbouwdoeleinden gebruikt kunnen worden. Veehouders zijn nog wat afwachtend doordat de grondmobiliteit stabiel en beperkt is. Daar komt ook nog bij dat het aanbod niet royaal is.
Gemiddeld genomen gingen percelen grasland in 2017 weg voor € 55.500,= per hectare. Dat is een stijging van 5% ten opzichte van 2016. Een duidelijke daling van de hectareprijs grasland valt te zien in de IJsselmeerpolders en Zuid-Limburg. Daartegenover was een forse stijging van de gemiddelde graslandprijzen zichtbaar in de gebieden Waterland en Droogmakerijen en het Centrale Veehouderijgebied.
Melkveehouderij in beweging
Het jaar 2017 was voor melkveehouders een jaar dat dubbele gevoelens opriep. Er werden goede melkprijzen behaald wat gemiddeld genomen voor een goed rendement zorgde. Echter was er ook nog altijd de onzekerheid vanwege de maatregelen die ingezet zijn om de intensivering van de sector verder terug te dringen. Hiervoor is het fosfaatreductieplan en vervolgens het fosfaatrechtenstelsel ingevoerd. Dit heeft als doel om de fosfaatproductie onder het fosfaatplafond te krijgen en proberen daaronder te houden. Een gevolg hiervan is dat zowel melkveehouders als financiers terughoudend zijn met nieuwe investeringen. Ondanks dit gegeven zijn er in 2017 behoorlijk meer melkveebedrijven verkocht dan een jaar geleden in 2016 het geval was. In het kader van schaalvergroting zijn mooie en grote bedrijven gekocht. In deze situaties kopen melkveehouders door de grond die extra beschikbaar komt, een tweede locatie erbij. Dit zijn voor een gedeelte bedrijven die niet zijn voortgezet vanwege een te geringe omvang of veroudering. Deze locaties zijn omgebouwd naar paardenhouderijen, boomkwekerijen of bedrijven met jongveeopfok.
Pluimveehouderij last van drukkende rechten
In 2017 werd er over het algemeen goed gepresteerd in de pluimveesector. Echter zijn in de afgelopen twee jaar de transactieprijzen van pluimveebedrijven gedaald. Dit is vooral toe te wijzen aan de stijging van de prijzen van pluimveerechten in die periode. Doordat pluimveehouders veel voor de dierrechten moeten betalen, blijft er minder geld over voor vastgoed en daardoor komen bedrijfsuitbreidingen nauwelijks voor. Wat in de pluimveemarkt opvalt is de opvallende gebeurtenis rondom de affaire met de fipronil. Leghenbedrijven die in de zomer van 2017 hierdoor getroffen werden zagen in het najaar de bedrijfsopbrengsten dalen. Op dit moment is het echter nog te vroeg om aan te geven wat de invloed hiervan is geweest op de gemiddelde prijzen van vastgoed.
Transacties landelijke woningen toegenomen
Van de landelijke woningen is in 2017 het aantal transacties verder toegenomen. Waar er in 2016 in totaal 5.276 woningen verkocht werden kwam het aantal voor 2017 uit op 5.830 stuks. De kopers van de landelijke woningen zijn erg divers. In het algemeen zijn het doorstromers die vanuit de nabije omgeving komen. Specifieke kopers zijn onder meer kleine zelfstandigen, personen die graag zelf (hobbymatig) paarden willen houden, ondernemers die de woningen willen herbestemmen als zogenaamd zorgvastgoed of als onderkomen voor (arbeids)migranten.
Als er gelet wordt op het totale aantal transacties op de landelijke woningen valt op dat deze enigszins afvlakt. In 2016 werd er 40% meer verkocht dan het voorgaande jaar, nu in 2017 is dat ruim 10%. Het hoge prijssegment ligt hieraan ten grondslag. Er zijn 23% meer landelijke woningen boven de € 3,5 ton verkocht in 2017 vergeleken met 2016. Opvallend is dat in het segment onder de € 3,5 ton juist een daling van 7% zichtbaar is. Dit valt ook af te lezen aan de stijging van de gemiddelde transactieprijs. Van € 385.000 in 2016 steeg dit door naar een bedrag van € 415.000 voor 2017. De krapte die er binnen het lage segement is heeft als gevolg dat er relatief veel dure landelijke woningen verkocht zijn. Onder de € 3,5 ton komen nog maar weinig woningen op de markt beschikbaar, terwijl er voor de consument in de duurdere prijsklasse nog voldoende keuze is.
Bron: NVM