Het was een beetje een vreemde eend in het programma van ‘Kom in de Kas 2018’. Maar Agrico Research in Bant verdiende zeker een plekje, vond ook de organisatie van het landelijke evenement. De publieke belangstelling toonde hun gelijk aan, want die was overweldigend.
Agrico Research greep de gelegenheid aan om de nieuwe kassen van het onderzoeks- en ontwikkelingscentrum aan de Burchtweg in Bant aan het publiek te tonen. Het nieuwe kassencomplex wordt gebruikt voor de veredeling van nieuwe rassen en varianten op bestaande rassen. Directeur Sjefke Allefs is dan ook heel blij met de uitbreiding van het complex: “We vinden het belangrijk om als geavanceerd bedrijf bekend te staan. We hebben van de gemeente Noordoostpolder de ruimte gekregen om het bouwplan uit te breiden.”
‘Burgers en buitenlui’
“We zijn de omgeving dan ook dankbaar, dat die dit mede mogelijk hebben gemaakt. Het is ontzettend fijn om door te kunnen groeien en op een dag als vandaag iets voor je omgeving terug te kunnen doen. Op deze dag komen er niet alleen akkerbouwers hiernaartoe, maar juist ook ‘burgers en buitenlui’ worden via het Kom in de Kas-principe bereikt. De organisatiecommissie had eerst wat twijfels over onze deelname, maar toen we onze plannen toonden waren ze direct overtuigd. Het publiek kijkt zijn ogen uit, want de meeste mensen kennen de aardappel alleen als veldgewas. Die belangstelling en het enthousiasme van de bezoekers is voor ons ook genieten.”
Veredelingsstadia
In het nieuwe kassencomplex worden twee veredelingsstadia voltrokken: het kruisingsstadium en een jaar later wordt uit die zaden de eerste generatie aardappelen getrokken. Daarna staan de aardappelen nog negen jaar voor verdere selectie op het veld en duurt het nog twee jaar voordat de (aangepaste) rassen zijn geregistreerd. Voordat er daadwerkelijk marktintroductie komt, is Agrico snel vijftien jaar verder.
Gemiddeld brengt Agrico Research jaarlijks drie á vier nieuwe rassen op de markt. Allefs: “Dat doen we niet alleen. We werken daarvoor samen met aangesloten kweekbedrijven en particuliere kwekers. Vervolgens is het de vraag wat de markt ermee gaat doen, want een goed ras slaagt commercieel niet altijd helaas. Wel zorgen nieuwe faciliteiten als deze, meer kennis en ervaring en een professionalisering ervoor dat de rassen waarmee we aan de slag gaan ook steeds vaker kansrijk blijken.”
Hybride aardappel
De focus ligt bij de veredelingstak van Agrico Research – dat al ruim 50 jaar in Bant plaatsvindt – op het verbeteren van de resistentie. De ontwikkelingen rondom de hybride aardappel laat het bedrijf vooralsnog links liggen: “Die ontwikkeling geeft natuurlijk wel discussie, zoals dat vroeger ook gebeurde toen in de jaren ‘90 genetische modificatie zijn intrede deed. Het is positief dat er vanwege de hybride aardappel over veredelingstechnieken wordt gesproken, maar we zijn hier (nog) niet actief mee bezig. Met deze nieuwe kassen zijn we wel voorbereid om daar in te stappen en zijn we klaar om die weg in te slaan als we daar urgentie voor voelen. Die urgentie is er vooralsnog niet, maar we volgen met belangstelling wat er op dat vlak gebeurt. Ons doel is en blijft om via klassieke veredelingsactiviteiten rassen met phytophthora-resistentie op de markt te brengen. Nieuwe resistenties, langere bewaarcyclus en minder versuikering. Daar ligt onze focus.”
Gecombineerde phytophthora-genen
Allefs benadrukt dat veel van de basistechnieken nog hetzelfde zijn als vroeger, maar dat er tegenwoordig meer eigenschappen zijn die er echt toe doen. In de filtering van die eigenschappen is het verhogen van resistentie tegen aardappelziekten (aardappelcyste-aaltjes, wortelknobbelaaltjes en bewaarbaarheid van frietaardappelen) ook in de komende jaren een belangrijk speerpunt. “Op dit moment hebben we een chipsras in aanmelding zitten die daadwerkelijk twee phytophthora-genen gecombineerd heeft. Ook zijn we druk bezig een nieuwe generatie rassen te ontwikkelingen die misschien wel drie, vier of vijf genen draagt zodat de ziekte geen kans krijgt om er nog doorheen te komen.”