In samenwerking met Agrifirm kijken we de komende weken mee over de schouders van enkele akkerbouwbedrijven die zich hebben opgeworpen als voorloper op het gebied van precisielandbouw. Wat komen deze pioniers tegen tijdens dit nieuwe avontuur? Welke positieve en negatieve ervaringen ondervinden zij in dit proces? En hoe kijken zij aan tegen de ontwikkelingen van precisielandbouw in de nabije en verre toekomst? De tweede spreker is Kor Hoving uit het Groningse Zuidlaarderveen. Samen met Bas Schrage is hij eigenaar van loon- en akkerbouwbedrijf H.S. Agri. “Dit is de nieuwe manier van akkerbouwen.”
Hoving is heel duidelijk in zijn analyse: precisielandbouw staat nog maar in de kinderschoenen. Toch wordt er bij H.S. Agri al volop gebruik van gemaakt. Van Verisscan tot Greenseeker en NIR-sensoren tot en met opbrengstmetingen en dronebeelden; alles passeert de revue. “Toen enkele jaren geleden de tendens zichtbaar werd dat de grondprijzen steeds hoger werden, hebben wij besloten om met precisielandbouw te starten. Als de grond zoveel waard is, dan verantwoordt dat investeringen om die waarde zo goed mogelijk te benutten”, zo stelt Hoving. “Dat wil niet zeggen dat die keuze ons nu al geld heeft opgeleverd, maar de kosten gaan zoals altijd voor de baten.”
Vallen en opstaan
Maar dat is het lot van een pionier, beseft de Groninger die met Schrage een maatschap heeft waarin zowel loonwerk en transport een belangrijke plaats inneemt: “We hebben ruim zeshonderd hectare in eigen bewerking en een transporttak bestaande uit twaalf eenheden. In de winter gebruiken we dat voor bietentransport en als dat klaar is dan rijden we onze eigen silo’s en opslag vol met vloeibare mest. In de piekperioden rijden we ook mest voor agrarische bedrijven in deze regio. Als je dan vol gas wilt gaan, dan moet je soms je nek uitsteken. Dat gaat met vallen en opstaan, maar onze visie is duidelijk: precisielandbouw is dé toekomst.”
Kleine stapjes
Voor de aardappelteelt werden kaarten gemaakt middels de Verisscan, de Greenseeker van Agrometius wordt tijdens het spuiten gebruikt, één Vervaet mestverspreider is uitgevoerd met een NIR sensor van John Deere de aardappelrooiers zijn voorzien van opbrengstmeters. “Ook maken we eens per jaar dronevluchten boven enkele percelen. Al die dingen zijn in onze bedrijfsvoering nog niet maatgevend, maar worden proefondervindelijk toegepast. We zijn er nu vier jaar mee bezig en we zetten telkens kleine stapjes. Eigenlijk valt mij de vooruitgang zelfs nog wel een beetje tegen, maar als ondernemer wil je natuurlijk altijd meer en is het lastig om geduld te hebben.”
“Precisielandbouw gaat vooral middelbesparing opleveren”
Mede dankzij de pilot van Agrifirm ziet Hoving weer heil in de precisielandbouw-methoden die hem tot nu toe veel geld hebben gekost: “Ik vergelijk het altijd met GPS. Toen wij tien jaar geleden voor het eerst met van die grote schotels op het dak over het land reden, keek iedereen ons raar aan. Nu heeft bijna negentig procent van de akkerbouwers GPS en die weg gaat het ook op met precisielandbouw. Daar draait het minder om efficiënter werken, maar meer om het besparen van middel. We hebben voor onze aardappelpercelen een kaart laten maken, waarbij we geen middel toepassen als het organische stofgehalte boven de twaalf procent ligt. Dat betekent concreet dat op percelen van dertig hectare, wij maar op vier hectare granulaat in de rij hebben gestrooid. Dat zorgt natuurlijk voor een enorme besparing.”
Voorzichtig positief
Hoving denkt niet dat alle technieken toekomst hebben, want soms worden methoden weer achterhaald door nieuwere manieren. “Alles wat we nu uitvinden is belangrijk, maar geen basis voor de toekomst.” Delen van kennis is in dat proces erg belangrijk, maar Hoving is daarin ook voorzichtig. “We blijven ook ondernemer en investeren in deze technieken om zelf een goed verdienmodel te creëren. Doordat we gebruikmaken van bijvoorbeeld NIR-sensoren, merk ik wel dat er klanten zijn die bewust voor ons kiezen. Dus in die zin rendeert het al wel.”
“Kennis delen zorgt voor nieuwe inzichten”
In het gehele proces ontvangen Hoving en Schrage naar eigen idee te weinig steun, zowel in praktisch als financieel opzicht. Positieve uitzondering daarin is Agrifirm. “Zonder hun steun hadden we nooit zoveel technieken kunnen toepassen. We waren er wel mee bezig geweest, maar in duidelijk mindere mate. We zochten iemand die je aan de hand kan nemen. De mensen van Agrifirm doen dat door informatie te delen. De pilot waaraan we meedoen zorgt voor veel nieuwe inzichten. In de voorjaarssessie kwam naar voren dat hydraulisch poten op basis van organische stof wellicht kansrijk kan zijn: hoe meer organische stof in de grond, hoe minder aardappels je poot. Wij staan momenteel op het punt om een nieuwe pootmachine aan te schaffen en door deze bijeenkomst twijfelen we nu wel om misschien ook hydraulisch in de rij te gaan poten om zo een meeropbrengst te realiseren. Op dit moment gaat mijn voorkeur daar wel naar uit, omdat we toch die kant op gaan. Maar misschien besluiten we uiteindelijk toch om op de oude toer verder te gaan, want het is natuurlijk wel weer een flinke investering.”
Geen garantie voor topopbrengsten
Alle keuzes die Hoving en Schrage maken hangen samen met het totale teeltsysteem en kunnen niet los gezien worden van de aanpalende werkzaamheden, zo wordt er bij H.S. Agri ook nagedacht over het opbouwen van de rug: standaard blijven doen of voortaan alles in één werkgang? “Dat is op zich geen precisielandbouw, maar we zijn ons ervan bewust dat alle keuzes die je maakt wel invloed hebben op elkaar. Alle voor- en nadelen moeten worden afgewogen, zeker met een voorjaar dat we nu hebben gehad met behoorlijke slagregens. Als je dan akkers moet overpoten die met een NIR-sensor zijn gescand, dan word je wel even met je neus op de feiten gedrukt. Je weet dan ineens weer dat je wel met de natuur bezig bent. Precisielandbouw is dan ook geen garantie voor een topopbrengst, het is een sleutel voor optimale akkerbouw.”