De Groenbemesterdag Feiten en Fantasie in het Limburgse Vredepeel heeft veel bezoekers getrokken, want groenbemesters zijn ‘hot’. Leendert Molendijk, nematoloog bij Wageningen University & Research legt uit waarom: “Groenbemesters staan al een aantal jaar positief in de aandacht. Vanuit PPS Groen is het vooral de vraag wat de invloed van groenbemesters is op ziekten en vanuit PPS Beter Bodembeheer is de vraag wat groenbemesters doen met stikstof.”
De organisatie van De Groenbemesterdag komt voort uit de Publiek-Private Samenwerkingen (PPS) Groen en Beter Bodembeheer. Groenbemesters worden geteeld om diverse redenen: organische stofvoorziening, stikstofbinding, mineralenvoorziening van het volggewas, verbetering van de bodemstructuur, bestrijding van water- of winderosie, voederwinning, nematodenbestrijding, of een combinatie van deze. Daarnaast is de verplichting vanuit wet- en regelgeving een belangrijke reden (Gemeenschappelijk landbouwbeleid de GLB-premie).
Optimalisatie
Diverse bedrijven zijn bezig met de ontwikkeling van (nieuwe) groenbemesters en groenbemestermengsels. Ook in onderzoeksprogramma’s binnen de WUR wordt gewerkt aan de optimalisatie ervan. De meerwaarde van mengsels krijgt daarin alle aandacht. “Bij mengsels bleek ook de grootste interesse van de bezoekers te liggen. Dat bleek uit de vragen die gesteld werden. We wilden deze dag ook zeker gebruiken om het effect van mengsels te bespreken. Naast de GLB-mengsels met twee gewassen zijn er ook mengsels met wel twaalf tot vijftien gewassen. Het idee daarvan is dat je qua ruimte en tijd alle mogelijkheden van het mengsel benut.”
“Meer weerbaar telen”
De Groenbemesterdag trok mensen uit het hele land die met elkaar in gesprek gingen over het thema: feiten en fantasie: “De belangrijkste conclusie was dat fantasie broodnodig is”, zo stelt Molendijk. “Zonder fantasie gebeurt er niets. Dankzij fantasie kunnen we een hypothese stellen. Vanuit de hypothese kunnen we bijvoorbeeld bedenken dat een mengsel van tien groenbemesters zorgt voor een grotere biodiversiteit, wat het meest efficiënt is, omdat ongewenste beestjes geen kans krijgen. Dat is ook de wens, en dat is een positieve gedachte. In veldproeven hebben we dit effect echter nog niet gezien. En hoe zit het dan als je weet dat jouw bodem geen ziektes kent? Om nog meer feiten te kunnen noemen, is nog meer onderzoek nodig. Gelukkig vindt er steeds meer onderzoek plaats, ook op wereldschaal. Je ziet dat al in het geval van cover crops (red. dekgewassen); ook hierover wordt steeds meer bekend. De filosofie achter al deze ontwikkelingen is om meer weerbaar te kunnen telen, en dichter bij een ‘oer-systeem’ te kunnen komen staan. Een mengsel heeft meer opbrengstpotentie, dat is een feit. Pas sinds 2016/2017 worden groenbemestermengsels onderzocht en ik hoor met name de ongelukken. In de basis is het idee van een mengsel goed, tenzij het risico te groot is.”
Bewustwording
“Meer akkerbouwers zijn zich na deze dag bewust geworden van het gebruik van groenbemesters. En we hebben ze van de aaltjesangst afgeholpen. Zónder risico ondernemen, dat bestaat niet. Bodemziektes horen erbij; je moet het probleem echter niet ‘oproepen’. Daarom hebben we een tijd geleden al aaltjesschema.nl opgezet. We willen ook meer gaan voorzien in informatie over welke groenbemesters wat doen met welke nematoden.” Momenteel zijn er veel monocultuur groenbemesters en standaard mengsels verkrijgbaar. Is zelf aan de slag gaan ook een optie? “Natuurlijk kun je ook zelf een mengsel samenstellen en zelf uitproberen wat wel en niet goed werkt.”
Wortellesieaaltjes
Een steeds terugkerend onderwerp is de Tagetes patula (het Afrikaantje). Molendijk: “Uit onderzoek op proefvelden blijkt dat de eenmalige teelt van Tagetes op met wortellesieaaltjes besmette percelen vijf teelten later nog een positief effect op de opbrengst kan hebben. Ook ziet het ernaar uit dat een zaaidatum rond 15 augustus nog meerwaarde kan hebben. Als tweede nieuwtje kan ik noemen dat duidelijk is geworden dat handelshuizen en kwekers momenteel veel energie besteden aan het in kaart brengen van kwaliteiten van de verschillende groenbemesters. En wat ook leuk is om te noemen: dat eenjarig grasland een hogere effectieve organische stof nalaat dan voorheen werd gedacht. Zo’n drie- tot vierduizend kilo in plaats van achthonderd kilo.” Ook de ontwikkeling van nieuwe rassen gaat in hoog tempo door. Molendijk geeft aan dat het niet nodig is om alle ontwikkelingen te pushen. “We moeten eerder wat gas terug nemen en kritisch blijven.”
De intentie is dat De Groenbemesterdag de komende jaren een vervolg gaat krijgen. Meer weten? Kijk op www.groenbemesterdag.nl.