In 2018 is het areaal cultuurgrond – op basis van de voorlopige cijfers – met circa 11.000 ha gedaald tot 1,78 mln. ha (tabel 1). Dat komt overeen met een afname van 0,6% en ligt daarmee op het langjarig gemiddelde sinds 2000. De vermindering van het areaal cultuurgrond komt geheel voor rekening van (tijdelijk en natuurlijk) grasland, die ten dele is gecompenseerd door een toename van het areaal akkerbouw en tuinbouw open grond. Van het totaal areaal cultuurgrond is nu 53% in gebruik als grasland (blijvend, tijdelijk en natuurlijk grasland), 12% voor groenvoedergewassen, 29% voor overig akkerbouwland, 5% voor opengrondstuinbouw en 0,5% voor glastuinbouw.
Minder grasland
De daling van het areaal cultuurgrond in 2018 is geheel ten koste gegaan van het areaal grasland. Het areaal tijdelijk grasland – grasland dat maximaal vier jaar in de vruchtwisseling is opgenomen – nam af met 23.500 ha (-10%) en het areaal natuurlijk (extensief) grasland met 9.000 ha (-26%). Het areaal blijvend grasland steeg licht (bijna 7.000 ha, ofwel 1%). In totaal neemt al het grasland nu 53% in van het grondgebruik, en dat is vrijwel gelijk aan het aandeel in 2000.
Behoud blijvend grasland als vergroeningseis
Sinds 2015 zijn landbouwers verplicht vergroeningsmaatregelen uit te voeren om in aanmerking te komen voor de directe betalingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Een van de maatregelen is het in stand houden van blijvend grasland (zie toelichting). Als het aandeel blijvend grasland op het totaal landbouwareaal 5% of meer afneemt ten opzichte van de referentieratio moet Nederland een omzetverbod en herstelplicht invoeren. De referentieratio is het aandeel blijvend grasland op het totaal landbouwareaal in het referentiejaar (2012). De referentieratio bedraagt 40,97%. In 2017 is het aandeel blijvend grasland gedaald tot 40,15%, ofwel een daling van 2,0% ten opzichte van de referentie, ruimschoots binnen de ingrijpdrempel van 5%. Op basis van de voorlopige cijfers van de Landbouwtelling is de verwachting dat de daling in 2018 in de buurt zal liggen van het voorgaande jaar (-2,0%).
Meer akkerbouwland
In de afgelopen twee jaar is het areaal akkerbouwgewassen – na een jarenlange krimp – met 16.500 ha (+3,3%) toegenomen tot 520.000 ha (voorlopige cijfers, tabel 1). Daarmee neemt het akkerbouwland 29% van het grondgebruik in, tegen 32% in 2000. De gunstige marktomstandigheden voor aardappelen en suiker en de redelijke inkomensontwikkeling in de akkerbouw hebben tot areaaluitbreidingen geleid. Echter, in 2018 zijn de suikerprijzen in Europa en wereldwijd sterk gedaald door een forse toename van de productie. In de Europese Unie is dat mede het gevolg van het aflopen van de suikerquotering per 30 september 2017. De areaaluitbreiding van aardappelen en suikerbieten is vooral ten koste gegaan van het areaal tijdelijk grasland en graan. Het aandeel van graan in het bouwplan is afgenomen van 40% in 2010 tot 32% in 2017 en 2018. Het aandeel van aardappelen en suikerbieten is in dit tijdvak gestegen van 44% tot 49%.
Bron: Agrimatie, 03-10-2018