Niet iedere boer is als boer op gegroeid, Niels Quicken is daar een heel goed voorbeeld van. Hij had in principe geen boers bloed, maar heeft het toch voor elkaar gekregen om een succesvol pluimveebedrijf op te richten.
“Ik wil boer worden”, zei onderwijzerszoon Niels Quicken al op z’n vijfde tegen zijn ouders. En hij hield vol. Per 1 januari 2018 nam hij het leghennenbedrijf over, waar hij al tien jaar in dienst was. Hij vindt het een sport om meer dan 500 eieren per dier te rapen van zijn koppel Dekalb wit.
Een agrarische opleiding, bijbaantjes in de agrarische sector en een hok met honderd kippen in de achtertuin van zijn ouders. Alles deed Niels (31) eraan om zijn droom te verwezenlijken. In zijn zoektocht naar een ondernemer zonder opvolging kwam hij tien jaar geleden in dienst bij een pluimveehouder in Oirlo. De wederzijdse klik hield stand. Niels groeide uit van een jongen met grote plannen tot ondernemer met ambitie.
Gunfactor
Sectorspecialist pluimveehouderij Wim Keukens heeft Quicken begeleid in het financieringstraject. “Meestal zien we opvolging binnen de familie, maar Niels vormt hierop een uitzondering. In dit specifieke geval speelt de gunfactor een rol. De uittredende ondernemer moet vertrouwen hebben in zijn opvolger. Dat begint met het aftasten van de capaciteiten van de kandidaat. Je zoekt iemand die er voor 200% voor gaat.” “De overname heeft voor ons beiden goed uitgepakt”, vindt Niels, die voelt dat hij het vertrouwen heeft gekregen van zowel zijn ex-werkgever als de bank.
“Ik ben drie jaar bezig geweest met de overname. In mijn ondernemersplan ging het niet alleen om kippen en eieren, maar ook over de overname van het onroerend goed en de rechten om 67.000 leghennen te mogen houden. Ik ben er langzaam ingegroeid.” Toch is er een flink verschil tussen hard werken voor een baas en volledige verantwoordelijkheid dragen, voelt hij. “Het is de grootste stap die ik ooit heb genomen. Dat is echt wennen. Een paar keer je hoofd stoten hoort daarbij.”
“Een overtuigend verhaal van een jonge ondernemer heeft voor ons meer waarde dan een adviesrapport van derden”, legt Keukens uit. Bank en ondernemer moeten vertrouwen in elkaar krijgen. Keukens heeft al vanaf 2016 contact met Niels. “Ik heb meerdere gesprekken met Niels gevoerd naar aanleiding van zijn overnameplannen, die hij in eerste instantie zelf heeft gemaakt en later met een extern deskundige. Zo heb ik de kwaliteiten van Niels in beeld gekregen als legpluimveehouder maar meer nog als ondernemer. Hierdoor is het traject om tot een definitieve financiering te komen vlotjes verlopen”.
Ambitie
De jonge pluimveehouder heeft een duidelijke ambitie voor de toekomst. Hij heeft gekozen voor scharrelkippen, met het accent op lage kosten door een efficiënte productie. In 2017 legden zijn kippen tijdens één ronde al meer dan 500 eieren; een top prestatie. Die productie wil hij controleren en perfectioneren door zijn hennen goed te observeren. In combinatie met de managementgegevens bepaalt hij de samenstelling van het voer en de toevoegingen die nodig zijn.
“Mijn eieren gaan via een handelaar naar de Duitse markt”, legt hij uit.
De bestanddelen van het voer, met name de soja, zijn GMO vrij. Samen met de voerleverancier, wordt op bedrijfsniveau voer samengesteld en gemengd op basis van meerdere grondstoffen. “Daardoor ben ik flexibel en kan ik snel op omstandigheden inspelen. Technisch goed presteren en de kostprijs reduceren is mijn doel.”
SecureEgg
Quicken heeft weinig hinder ondervonden van de fipronil -affaire, omdat het middel bij hem niet is toegepast. Maar het heeft hem wel doen beseffen dat imagoschade de sector zwaar kan treffen. Daarom heeft hij met andere pluimveehouders het collectief SecurEgg opgericht, een borgingssysteem voor voedselveiligheid. De pluimveehouders laten hiermee zien dat zij hun verantwoordelijkheid nemen en mogelijke incidenten in de toekomst willen voorkomen.
“We moeten ons verhaal meer en beter vertellen”, vindt hij. Boeren moeten hun verantwoordelijkheidsgevoel aan de samenleving tonen en stappen nemen om hun productieproces duurzamer te maken. “We hebben hier al zonnepanelen, onze hennen hebben daglicht in hun stal en alle reststromen van ons bedrijf zijn in kaart gebracht.”
Toekomstplannen heeft hij ook. “Ik ben nog niet zo heel erg lang uit de startblokken, maar ik hoop zeker nog door te groeien. Liefst op de huidige locatie. Als dat niet kan, dan wellicht op een tweede locatie in de buurt.”
Bron: ABN AMRO, 29-11-2018