De consumentenprijsindex van aardappelen is in oktober uitgekomen op 124 (2015=100). Dat is 18% hoger dan in april. De producentenprijs is in oktober met 5% gestegen.
De aardappelprijs af boerderij is de laatste twee maanden nagenoeg gelijk gebleven, na de forse stijging van 70 punten in mei 2018 naar 175 punten in oktober. Verwacht wordt dat die prijs door de geringe oogst dit seizoen op een hoog niveau blijft.
Prijsontwikkeling
In oktober is de consumentenprijsindex uitgekomen op 124 punten, 16% hoger dan oktober vorig jaar. Verwacht wordt dat die prijs door de geringe oogst dit seizoen op een hoog niveau blijft. De aardappelprijs af boerderij is in het begin van het nieuwe seizoen in augustus fors hoger dan in augustus 2017: 176 in 2018 tegen 155 in 2017 (2015=100). Door de krappe oogst in Noordwest-Europa is de index in september nog verder opgelopen tot 192, maar in oktober gedaald naar 175. De oogst is dit jaar extreem laag, omdat de aardappelen relatief laat geplant zijn en er plaatselijk in het voorseizoen te veel neerslag viel en de zomerperiode bovendien extreem heet en droog was.
De producentenprijsindex (PPI) is over de periode januari-september amper gestegen: van 103 punten in januari naar 105 punten in september 2018 – een vergelijkbaar niveau met september 2017 (2015=100). Verwerkers kopen via contracten in, waardoor ze relatief stabiele verkoopprijzen kunnen hanteren, maar in oktober zijn de producentenprijzen gestegen tot 110 punten, bijna 5% hoger dan in september. De Nederlandse aardappelverwerkende industrie verwerkt meer dan 4 miljoen ton aardappelen. Vooralsnog zijn vooral gecontracteerde aardappelen verwerkt en kwalitatief mindere partijen die lastig te bewaren zijn.
Keten
Tafelaardappelen, koelverse en diepgevroren aardappelproducten zijn te koop in speciaalzaken en de supermarkt. Tafelaardappelen worden door de aardappelcoöperatie of private handel bij telers ingekocht, gesorteerd en verpakt en via distributiecentra aan supermarkten en winkels geleverd. Soms leveren telers of handelaren ook rechtstreeks aan winkels. Het leeuwendeel van de Nederlandse consumptieaardappelen wordt verwerkt tot frites, chips en koelverse producten. De aardappelverwerkende industrie koopt het grootste deel van de benodigde aardappelen rechtstreeks in bij de teler, veelal op contract. Naast supermarkten worden aardappelproducten verkocht in (fastfood)restaurants en snackbars.
Toelichting op drie niveaus
Nederlandse consumenten kopen jaarlijks circa 375.000 ton tafelaardappelen, circa 80% via de supermarkt. Voor koelverse producten is het aandeel bij supermarkten 95%. Het aantal bedrijven dat verse aardappelen voor de tafelaardappelmarkt bewerkt (sorteert, wast, verpakt) neemt af en ligt op een kleine 80 (NAO, 2015). De 5-8 grotere verpakkingsbedrijven hebben een belangrijk deel van de binnenlandse handel in handen; ze beleveren de Nederlandse supermarkten voor 80-90%, al dan niet via een serviceprovider. Een klein deel van de binnenlandse tafelaardappelbehoefte bestaat uit import die vooral plaatsvindt in het vroege voorjaar als de binnenlandse voorraden op raken of kwalitatief minder worden. Deze geïmporteerde vroege tafelaardappelen komen uit zuidelijke lidstaten zoals Spanje, Portugal, Italië en Malta. Het leeuwendeel van de verpakkingsbedrijven exporteert aardappelen, veelal via een exporteur. Die export bedraagt 400.000 ton, waarvan de helft een bestemming heeft buiten de EU.
Binnen de verwerkende industrie (niet-tafelaardappelen) zijn er vier grotere bedrijven die 85% van het volume verwerken. Ze opereren mondiaal en hebben meerdere productielocaties in binnen- en buitenland. Van de 4.0 miljoen ton aardappelen die de industrie verwerkt, komt twee derde van Nederlandse bodem en wordt een derde geïmporteerd. Ongeveer 85% van de aardappelproducten wordt diepgevroren geëxporteerd, circa 80% binnen Europa en 20% naar derde landen (VAVI). De voortdurende groei van de export naar onder andere Azië maakt dat bedrijven hun capaciteit uitbreiden.
Het aantal akkerbouwbedrijven dat consumptieaardappelen teelt, varieert tussen de 6.500 en 7.000. Mede vanwege de noodzakelijke vruchtwisseling verbouwen de aardappeltelers ook andere gewassen. Zij produceren jaarlijks gemiddeld 3,9 miljoen ton consumptieaardappelen. Consumptieaardappelen worden gepoot in het voorjaar en geoogst in de periode augustus-oktober. Aardappelen worden direct na de oogst afgeleverd of op de boerderij in bewaarplaatsen bewaard en op afroep geleverd. Aardappelen kunnen afhankelijk van ras en kwaliteit tot aan juni-juli bewaard worden, maar bewaren leidt tot gewichts- en soms kwaliteitsverlies.
Prijsvorming
De consumentenprijs volgt de prijsontwikkeling in de aardappelmarkt, maar de relatieve uitslagen zijn kleiner dan bij de prijzen af boerderij. Dit komt omdat de consumentenprijs is samengesteld uit zowel verse aardappelen (tafelaardappelen) als verwerkte aardappelen. Om een belangrijk deel van hun grondstofvoorziening zeker te stellen, bieden verwerkers en handelaren voorafgaand aan het teeltseizoen contracten aan. Ongeveer 75-80% van de aardappelen die de verwerkende industrie verwerkt, wordt vooraf gecontracteerd. Er bestaat een grote variatie aan contractvormen. Omdat verwerkers aardappelen op contract inkopen, kunnen ze relatief stabiele verkoopprijzen hanteren.
Producentenprijzen zijn daardoor aanzienlijk minder volatiel dan de af-boerderijprijzen. De marges van de verpakkings- en exportbedrijven staan in jaren met hoge aardappelprijzen onder druk; in jaren met lage prijzen kan Nederland de concurrentie op de buitenlandse markten beter aan. Aardappeltelers verkopen hun product op contractbasis of via de vrije markt. Op de vrije markt worden de prijzen bepaald door vraag en aanbod in de belangrijkste aardappellanden in Noordwest-Europa: Nederland, Frankrijk, Duitsland, België, het Verenigd Koninkrijk en Polen.