Vaak worden schadelijke aaltjes pas opgemerkt als er flinke plekken in het groeiseizoen te zien zijn. Voorkomen is beter dan genezen: voor veel teelten is het nú nog mogelijk om aaltjesonderzoek te doen. Hiermee kunt u de aantallen per soort laten bepalen en op basis hiervan de perceelskeuze bepalen. Denk ook aan uw huurpercelen!
Het is belangrijk om in uw perceelkeuze rekening te houden met ziekten en plagen. Aaltjes zorgen iedere jaar weer voor tientallen miljoenen euro’s aan schade in Nederland. Als voorbeeld: alleen al bietencysteaaltjes zorgen voor 13 miljoen euro schade per jaar in de suikerbietenteelt (bron: IRS). Bij de meeste van onze aaltjesonderzoekspakketten kunt u een advies aanvragen voor meerdere gewassen. Het advies geeft informatie over de waardplantgeschiktheid van de opgegeven gewassen en het risico op schade van de gevonden besmettingen. Zo heeft u in één oogopslag een beeld van de aaltjestoestand van het perceel en kunt u doelgericht maatregelen nemen.
Voor aaltjes bestaan ook waardplantenschema’s. Kijk op aaltjesschema.nl voor een compleet overzicht van aaltjes en gewassen. Hier kunt u ook een eigen aaltjesschema maken voor u belangrijke gewassen op basis van de analyse-uitslag.
Vermeerdering van aaltjes
De juiste perceelskeuze is niet alleen belangrijk om schade te voorkomen, maar ook voor de beheersing van aaltjes. Als een besmetting hoog oploopt kan het zeer lastig zijn om de populatie weer onder controle te krijgen. Het ene gewas of ras vermeerdert aaltjes wel, het andere niet. Het is belangrijk om een strategie te hanteren met het oog op de toekomst. Maar denkt u ook aan huurpercelen! Weet u de voorgeschiedenis van percelen met betrekking tot aaltjesproblematiek? Het is verstandig om ook deze percelen te onderzoeken op aaltjes. Zo voorkomt u opbrengstderving, maar wellicht ook verspreiding (besmetting) op uw eigen percelen. U kunt aaltjesonderzoek ook gebruiken om vooraf te bepalen óf u een bepaald perceel wel wilt huren.
Zachte winter beïnvloedt aantallen
Aaltjespopulaties worden beïnvloed door de weersomstandigheden in de winterperiode. Over het algemeen overleven aaltjes in een zachter winter, zoals ook dit jaar, veel gemakkelijker dan in een winter met stevige vorst. Dit geldt met name voor wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne) en wortellesieaaltjes (Pratylenchus). Meer informatie hierover kunt u vinden in het artikel Hogere infectiedruk door zachte winter
Aanvullend: incubatie onderzoeken
In veel gevallen is het verstandig om ook te laten bemonsteren met incubatie. Doe dit bij vrijlevende aaltjes altijd. Bij incubatie wordt namelijk ook het aantal eieren en larven bepaald die in organisch materiaal en dan met name in wortel- en gewasresten aanwezig zijn. Dit geldt voor aaltjes, die zich in de wortels van planten bevinden, zoals wortelknobbelaaltjes en wortellesieaaltjes. Incubatie verhoogt de betrouwbaarheid van de uitslag van het vrijlevende aaltjesmonster. Hou er echter wel rekening mee dat u 2 tot 4 weken extra moet wachten op het resultaat.
Meer informatie
BLGG AgroXpertus
Binnenhaven 5
6700 AD Wageningen
T.: 088 – 876 1010
E.: klantenservice@blgg.agroxpertus.nl
W.: https://blgg.agroxpertus.nl