De akkerbouw kan nog veel meer profiteren van dierlijke mest. Dat blijkt uit een onderzoek van DLV Plant en Projecten LTO Noord. De onderzoekers rekenden voor vier modelbedrijven door wat het potentiele mestgebruik is.
Het gaat om bedrijven in de regio’s Oost en Zuidelijk Flevoland, Noordoostpolder, Noordelijke klei en Noordoostelijk zand. Hiervoor werkten zij representatieve voorbeeldbouwplannen uit. Voor die bouwplannen werkten zij een optimaal bemestingsplan uit waarin maximaal dierlijke mest kan worden aangevoerd. Ook keken zij naar welke mestsoorten de voorkeur hebben en de beschikbaarheid hiervan in de regio.
Uit de bemestingsplannen blijkt dat onbewerkte mest met name gebuikt kan worden voor de meest P-behoeftige gewassen aardappelen, suikerbieten en zaaiuien. De dunne fracties passen goed in de graangewassen, aangezien die een lage P- en K-behoefte hebben, maar wel vragen om snel beschikbare stikstof. Door de verschillende mestproducten slim te combineren kunnen akkerbouwers zowel hun fosfaatruimte, als hun gebruiksruimte, voor stikstof uit dierlijke mest opvullen met voordelige dierlijke mest. Naast het financiële voordeel ten opzichte van kunstmest, levert dit ook extra aanvoer van kali en organische stof op.
Noordoostelijk zandgebied profiteert het meest
De bemestingskosten van het voorbeeldbedrijf in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland van 60 hectare zijn, als het alleen kunstmest gebruikt bijna €25.000. Als het optimaal gebruik gaat maken van dierlijke mest is dat bijna €16.500. Een besparing van bijna €8.500. Voor het modelbedrijf in de Noordoostpolder was de besparing €7.000 en voor het bedrijf op Noordelijke klei ruim €7.500.
Het modelbedrijf in het Noordoostelijk zandgebied kan het meest besparen door slim te bemesten. Maar de onderzoekers geven aan dat dit bedrag in de praktijk niet gerealiseerd zal worden. In het onderzoek is voor alle bedrijven namelijk een vergelijking gemaakt tussen 100% kunstmest en optimaal mestgebruik. Voor het noordoostelijk gebied is dit niet reëel, omdat daar al veel mest wordt ingezet. De besparing is daar dus minder groot dan in het voorbeeld.
In de berekeningen is uitgegaan van gemiddelde mestprijzen, geleverd op het land. Door middel van een eigen opslag is het mogelijk nog een grotere besparing te halen op de bemestingskosten.
Voorkeur en beschikbaarheid
Het aanbod van mestproducten zal de komende jaren toenemen. Dit door veranderde regelgeving en technische ontwikkelingen. Met name het aanbod van dunne fracties uit varkensmest met een lager fosfaat gehalte en snelwerkende stikstof is in 2015 flink toegenomen. De komende weken kunnen akkerbouwers in studiebijeenkomsten van DLV Plant aan de slag met de resultaten uit het rapport en voor hun eigen bedrijf het effect berekenen.
Bron: LTO Noord