Afgelopen maand liep akkerbouwer Piet Hermus een paar etappes mee met de Climate Miles. Hermus was hiervoor uitgenodigd nadat hij een opiniestuk over klimaatverandering in het Dagblad Trouw had geplaatst. Climate Miles – een wandeling van Utrecht naar de klimaattop in Parijs – is een initiatief van Urgenda. De akkerbouwer uit Zevenbergschen Hoek vraagt hiermee aandacht voor klimaatverandering omdat – volgens eigen zeggen – zijn aardappelen en wortelen al zeventien jaar achter elkaar ‘verzuipen’.
Tonnen schade
Afgelopen jaren kregen Hermus en zijn collega-akkerbouwers in West-Brabant meerdere keren te maken met hevige neerslag, soms wel meer dan 100mm per dag: “Voor sommige akkerbouwers betekende dit telkens weer tonnen schade, omdat bepaalde gewassen verrotten als ze meer dan 24 uur onder water staan. Dan komt er een moment dat je de stekker eruit moet trekken.”
Voor Hermus valt de schade tot nu toe enigszins mee, maar hij ziet zichzelf inmiddels wel als ervaringsdeskundige omdat zijn percelen regelmatig onder water lopen na een flinke stortbui. “Geulen graven met een greppelfrees is een jaarlijks terugkerend fenomeen, maar als de sloot volloopt: dan stroomt het water net zo hard het land weer op.” Uiteraard heeft de Brabantse akkerbouwer nog meer maatregelen genomen om de waterschade zoveel mogelijk te beperken. “Betere vlakleggingen en een plan opstellen om in de zomermaanden (na de tarwe) te gaan kilveren. Maar de klimaatsverandering en onze ligging nabij de Noordzee zorgt ervoor dat er steeds vaker hevige regenbuien vallen. In het verleden waren daar tegemoetkomingen voor en tegenwoordig zijn er verzekeringen af te sluiten, maar de wateroverlast wordt de komende jaren alleen maar groter.”
Nauwelijks nachtvorst
Hermus sprak tijdens de wandelingen voor Climate Miles met veel mensen over deze problematiek. De ervaringen die hij uitwisselde lieten een duidelijk beeld zien: “Waterschade is een groot probleem, maar zeker niet het enige. In 2014 was er bijvoorbeeld nauwelijks nachtvorst. De grond kreeg hierdoor te weinig rust. De slechte grondstructuur zorgde ervoor dat we met veel mechanisch geweld de grond fijn hebben moeten maken. Dit kost veel extra dieselolie (wat ook weer slecht is voor het milieu) en de machines slijten daardoor harder. Het kost allemaal erg veel tijd waardoor de gewassen ook nog eens later worden ingezaaid. Er zijn natuurlijk ook boeren die nog nooit waterschade hebben gehad en die denken nu: waar heeft die man het over? Geloof me, die krijgen hun portie nog wel. Deze klimaatverandering is onomkeerbaar.”
Er moet dus iets gebeuren, vindt Hermus: “Ik zie een integrale samenhang tussen klimaatverandering, de gevolgen, de weersextremen en de rol die de akker- en tuinbouw kan spelen om dit op te lossen. Boeren zetten met hun planten en gewassen via zonlicht CO2 om in O2 en voedingsmiddelenenergie. De landbouw is de enige maatschappelijke sector (naast bosbouw) die dat kan. Het gaat mij er vooral om dat we hier een thema hebben waarbij wij vanuit onze kracht kunnen opereren. Boeren zijn heel inventief: geef ons richtlijnen (kaders) en wij zorgen dat we die doelstellingen halen. Met wetgeving zet je de branche alleen maar vast en worden we teruggezet in de tijd.”
Trots
Hermus zijn missie is om akkerbouwers weer ‘trots’ te laten zijn: “Door dit item: CO2-binding in de gewassen en de bodem, doet de landbouw er in positieve zin weer toe. Agrariërs worden eindelijk gezien als een serieuze gesprekspartner. Langzaam maar zeker gaan steeds meer mensen het beseffen: Wij zijn de oplossing, niet het probleem.”