"Ik ben geen akkerbouwer meer. Ik ben een plantenteler", Jacob van den Borne heeft met deze uitspraak direct de aandacht van het jeugdige publiek op de Agrifirm jongerendag in Apeldoorn. Zijn bedrijf Van den Borne Aardappelen te Reusel maakt al zeven jaar lang gebruik van Big-Data en nu komt de tijd om daarvan te profiteren. "Het doel van al die data is om zoveel mogelijk kilo's – op elke plek – van een perceel te halen."
Eigen belang
Van den Borne is gedurende de hele jongerendag aandachtig toeschouwer, maar de werkelijke reden van zijn aanwezigheid is simpel: "Puur eigen belang", zo vertelt hij na afloop. "De technologie die ik gebruik moet breder worden toegepast. Als ik de enige ben die deze werkwijze hanteert, dan hebben mijn partners in dit proces er niets aan. We moeten dit sector-breed aanpakken. Om te beginnen wil ik de jongeren mijn verhaal, mijn visie vertellen. Hopelijk pikken ze daar iets van op en nemen ze dat mee in hun latere bedrijfsvoering."
"Precisielandbouw is al heel oud"
Het verhaal dat Van den Borne verteld is even complex als simpel. De complete agrarische cyclus bevat volgens hem in elk stadium voldoende ruimte om te optimaliseren. "Precisielandbouw is eigenlijk al heel oud, mijn opa had geen hoogwaardige technologie, maar hij had wel honger. En dus ging hij zoeken naar manieren om zijn opbrengst zo hoog mogelijk te krijgen. Daarbij maakte hij al gebruik van het principe waarop precisielandbouw gebaseerd is: het gewas optimaliseren. Hij deed dat alleen zonder de moderne middelen die we nu hebben", zo begint Van den Borne zijn uitleg.
Wegen, tellen, meten
"Wat ik op mijn akkerbouwbedrijf doe is Hi-Tech koppelen aan oude ambachten. In dat proces betekent Big-Data alles voor mij. Keek ik vroeger vanuit mijn cabine naar mijn bouwland en zei dan na een korte blik over het perceel: 'Ja, dat komt wel goed.' Tegenwoordig ben ik elke twee weken mijn gewassen aan het wegen, tellen en meten. Ik zit echt niet de hele dag achter mijn computer, maar ik ben wel dé kennisfactor in het hele teeltproces."
Volgens Van den Borne zit de winst hem in het analyseren en leren van voorgaande oogsten. "En dat vergt geduld. Mijn broer en ik zijn zeven jaar geleden begonnen met het verzamelen van data. De gegevens van de eerste drie jaar kon ik direct weggooien. Inmiddels heb ik meerdere groeiseizoenen in kaart gebracht, rekening houdend met allerlei facetten waaronder maximale opbrengst, kwaliteit, duurzaamheid, bodemverdichting, waterhuishouding, bodemleven en een aangepast bemestingsplan (o.a. voor schaduwplekken of plekken met een laag organisch stofgehalte)."
Van den Borne vervolgt: "De diverse data die hieruit naar voren komt wordt elk jaar beter en na zeven jaar kan ik zeggen dat de informatie uit mijn automatiseringsproces zeer betrouwbaar is. In het begin was het een kwestie van goed plannen, inmiddels is het vooral zaak om de bestaande processen te optimaliseren."
"Met de poten in de modder"
De aankomende boeren op de jongerendag luisteren allemaal zeer geïnteresseerd naar Jacob zijn verhaal, maar onder collega-akkerbouwers is er nog veel scepsis over het gebruik van Big-Data: "Maar dat vind ik niet erg. Dat houdt mij scherp", aldus Van den Borne. "Voor elke vraag, krijg je twintig vragen terug. Zo gaat dat nou eenmaal als je aan het innoveren bent. Ik vind het beroep van akkerbouwer nog steeds erg leuk. Sterker nog: het wordt steeds leuker. Ik zit echt niet hele dagen achter de computer. Omdat ik gericht onderzoek doe naar wat er op het (proef)veld gebeurt, sta ik nog regelmatig met mijn 'poten in de modder'. Ik ben er heilig van overtuigd dat deze werkwijze: automatiseren, analyseren en optimaliseren de toekomst is voor de landbouw in Nederland. Akkerbouwers moeten het gewoon eens een keer gaan doen. Als ze beleven wat het is en wat er mogelijk is: dan pas kunnen ze echt beslissen of ze deze technieken willen gebruiken of niet."