De land- en tuinbouw werkt hard aan verduurzaming van de gewasbescherming. Tegelijkertijd dient de overheid met goede en werkbare regelgeving ervoor te zorgen dat innovaties in de praktijk ook toepasbaar zijn.
Dat standpunt houdt LTO Nederland voor aan het kabinet en aan de Tweede Kamer. Het onderwerp is actueel omdat het parlement volgende week over het gewasbeschermingsbeleid in debat gaat met de staatssecretarissen Martijn van Dam (Landbouw) en Sharon Dijksma (Milieu).
“De sector zet flinke stappen”, zegt LTO-portefeuillehouder Joris Baecke. “Zowel in teelten in de volle grond als onder glas worden emissies teruggedrongen. Er zijn er steeds meer initiatieven voor verbetering van de waterkwaliteit. We werken aan vergroening van het middelenpakket en veel zaken worden in ketenverband aangepakt.”
De regelgeving blijft achter bij deze vernieuwende ontwikkelingen, stelt LTO vast. “En dat belemmert ondernemers om hun productie te verduurzamen”, aldus Baecke. Hij noemt het toepassen van geïntegreerde gewasbescherming als voorbeeld. “Om risico’s te kunnen nemen met ultralage doseringen, pleksgewijze toepassingen en ‘groene’ middelen, moeten ondernemers middelen achter de hand hebben om in noodgevallen te kunnen ingrijpen.”
Zorgen zijn er over de toekomst van kleine teelten. “Het probleem van de beschikbaarheid van middelen wordt steeds actueler. Het gaat veelal om beperkte arealen, maar het zijn voor de ondernemers wel belangrijke teelten die bovendien de diversiteit in de land- en tuinbouw bevorderen.” Aan de vooravond van het Kamerdebat herhaalt LTO nog eens het pleidooi voor een snelle harmonisatie van de regelgeving in Europa. Baecke stelt vast dat wat betreft het gewasbeschermingsbeleid de Nederlandse boeren en tuinders nog te vaak op achterstand staan in vergelijking met hun buitenlandse collega's.
Bron: LTO Nederland