Greenpeace heeft de hand weten te leggen op vertrouwelijke verkoopcijfers van pesticiden in Nederland. De milieuorganisatie publiceert deze cijfers vandaag op de website. Uit de cijfers, afkomstig van de koepel van pesticidenfabrikanten NEFYTO, blijkt dat er een forse kloof is tussen de gebruikscijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hanteert en de verkoopcijfers van de industrie zelf. De verkoopcijfers van het beruchte onkruidmiddel glyfosaat (onder andere Roundup van Monsanto) zijn maar liefst vijf keer zo hoog als het gebruik volgens het CBS.
Greenpeace roept de regering op volledig inzicht te geven in de verkoopcijfers van pesticiden en met realistische gebruikscijfers te komen. De Tweede Kamer heeft de afgelopen jaren veel gediscussieerd over pesticiden als metam-natrium, neonicotinoïden, azolen en glyfosaat, naar aanleiding van geruchtmakende uitzendingen van tv-programma's als Zembla, Radar, Nieuwsuur en Kassa. Vervolgens zijn er beleidsmaatregelen genomen om de schadelijke effecten van deze pesticiden in te dammen. Kees Kodde, woordvoerder van Greenpeace: "De Tweede Kamer heeft zich terecht erg druk gemaakt over deze pesticiden. Ligt het dan niet voor de hand om de samenleving ook inzicht te geven in de verkoopgegevens van deze schadelijke pesticiden?"
Vergelijken we de verkoopcijfers met de gebruikscijfers van drie controversiële pesticiden in 2012, dan blijkt dat glyfosaat 5 keer zo veel is verkocht dan er volgens de CBS is gebruikt. Glyfosaat levert problemen op voor drinkwaterwinning en werd door de WHO bestempeld als 'waarschijnlijk kankerverwekkend'. Het bijengif imidacloprid werd ruim 2 keer zo veel verkocht als gebruikt volgens het CBS. Het grondontsmettingsmiddel metam-natrium, waarvan in 2013 nog meer dan 1500 ton werd verkocht, wordt in het geheel niet meegenomen in de CBS-gebruikscijfers. Toch verwijst Staatssecretaris Van Dam nog altijd naar deze CBS-cijfers als hij vragen krijgt over het gebruik van pesticiden1.
De verkoopcijfers zijn al 13 jaar ongeveer twee keer zo groot als de CBS gebruikscijfers van pesticiden. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) schommelde sinds 2000 de jaarlijkse afzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen rond de 10.000 ton actieve stof2. Volgens het CBS schommelt het gebruik van pesticiden in de landbouw sinds 2000 rond de 5500 ton3, dit is iets meer dan de helft. De vraag is: waar zijn al die verkochte pesticiden dan en waarom worden de CBS-gebruikscijfers nog steeds gehanteerd door het ministerie als betrouwbare bron?
In 2015 richtte Greenpeace een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) aan het ministerie van Economische Zaken (EZ) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) om inzage te krijgen in de verkoop van pesticiden. Greenpeace wil weten hoeveel van welke pesticiden er verkocht wordt in Nederland. Onze regering blijkt dergelijke elementaire milieugegevens als privacygevoelige informatie van de pesticiden-multinationals te zien. Een verrassend standpunt van een overheid die zelfverklaard voorstander is van open data. Het Wob-verzoek kreeg als antwoord 'nee' van het ministerie van EZ. Greenpeace heeft bezwaar aangetekend tegen dit besluit. Op 23 februari vindt een hoorzitting plaats over het Wob-verzoek. Kees Kodde: "De pesticiden-industrie wil dat de samenleving geen enkel inzicht heeft in deze verkoopgegevens. Tot nu toe heeft het ministerie van EZ dat standpunt gesteund. Wij denken dat dit in een tijdperk van open data niet te rechtvaardigen is. Het betreft milieu-informatie over schadelijke pesticiden, informatie die van groot belang is voor ons leefmilieu en die alleen daarom al openbaar zou moeten zijn"
De nu door Greenpeace gepubliceerde verkoopcijfers van NEFYTO in de periode 2010-2013 geven geen volledig beeld: de verkoop van pesticiden door bedrijven die niet bij NEFYTO zijn aangesloten, zitten niet in die cijfers. De werkelijke kloof tussen gebruik en verkoop is dus nog groter dan uit de gegevens van NEFYTO blijkt. Ook de cijfers over 2014 en 2015 ontbreken.
Voor meer informatie, zie Greenpeace
Bron: Greenpeace