Afgelopen week heeft een klein deel van de suikerbiettelers de stoute schoenen aangetrokken en zijn de eerste hectaren suikerbieten ingezaaid. Leen van Marion heeft – samen met Piet en Martijn – een akkerbouwbedrijf in Zuid-Holland en ook daar zitten de eerste bieten inmiddels in de grond: “Vorig jaar waren we een weekje later, maar op dat ene perceel viel de grond nu al erg mooi dus dan gaan we het land op.”
Van Marion: “Het is net hoe dat de grond valt”
De werkbare dagen voor het inzaaien van de bieten zijn nog beperkt en veel akkerbouwers wachten dan ook nog even af totdat de omstandigheden beter worden. Het bietenland dat Van Marion deze week heeft ingezaaid is hoger gelegen lichte grond, die door de gewasrotatie vorig jaar goed ontwaterd is. “We hebben nog twee percelen en daar kunnen wij ook nog niet op. De ene omdat de groenbemester er nog op staat, de andere omdat het daar nog veel te nat is. Het perceel dat we nu gedaan hebben is voorjaarsland dat er in totaliteit goed bij ligt. Het is net hoe de grond valt. Hier in de regio wordt ook nog niet volop gezaaid. Het is wat dat betreft nog vrij rustig op de akkers. Voor de twee andere percelen wachten wij ook nog even.”
“Nu moet moeder natuur haar werk doen”
De teeltresultaten en de adviezen van Unitip geven aan dat vroeg zaaien voor een hogere opbrengst zorgt. Voorwaarde is dan wel dat de grond waarin gezaaid wordt er perfect bij ligt. “Vroeg zaaien brengt wel het risico van schieters met zich mee, maar de hogere opbrengsten compenseren dat gevaar. Ik hoop nu op een warm en droog voorjaar, dan valt het aantal schieters vaak mee. Vorig jaar hadden we een heel koud en nat voorjaar. Ondanks dat we later hadden ingezaaid dan nu, hadden we toch wat last van schieters. Ik heb nu mijn werk gedaan, nu moet Moeder Natuur haar werk doen. Over drie maanden zullen we weten of de beslissing om direct het land op te gaan de juiste is geweest.”
Bietencysteaaltjes resistentie
Van Marion gebruikt al drie jaar het bietenras BTS 990, een rassenkeuze die past bij zijn filosofie: “Qua getallen staat dit ras altijd in de Top-4. De financiële opbrengst in combinatie met het suikergehalte maken het een heel interessant ras. Bovendien wil ik het liefste werken met een bietencysteaaltjes-resistent ras. Ik teel ongeveer 1 op 10 aan bieten. Een directe noodzaak om met dergelijke resistenties te werken is er voor mij niet, maar de opbrengst is vergelijkbaar met niet-resistente rassen. Waarom zou ik dat dan niet doen? De opbrengsten van BTS zijn de laatste twee jaren ook prima en ook qua getallen past dit ras mij gewoon erg goed.”