Valeriaan is een bewerkelijke kruidenteelt die qua aandacht misschien wel het beste past bij tuinders. Toch zijn er steeds meer akkerbouwers die kiezen om deze teelt op te nemen in het bouwplan. Akkerbouwer Pieter Tromp is één van die zogeheten pioniers: “Het telen van valeriaan is een bewerkelijk proces en een intensieve bezigheid, maar wel een gewas waarop een kleinere akkerbouwer – zoals ik – nog wat geld kan verdienen.”
Akkerbouwwaardige teelt
Valeriaan is een kruidachtige plant en uit de wortels van de valeriaan wordt een extract verkregen dat toepassing vindt als bestanddeel voor rustgevende middelen (denk hierbij aan producten als Valdispert, red.). Het is een stabiel gewas, weinig ziektegevoelig en de opbrengsten zijn over het algemeen goed te noemen. Het is dan ook niet voor niets dat de groep akkerbouwers die voor dit gewas kiest enorm gegroeid is. Ook Bauke van der Veen (directeur van VNK Herbs in Biddinghuizen) heeft de behoefte bij akkerbouwbedrijven om valeriaan te telen flink zien groeien: “Wij zijn de grootste afnemer van valeriaan in Nederland. Ik denk dat wij onze afzet in zes, zeven jaar tijd verviervoudigd hebben. Het aantal akkerbouwers groeit, maar ook de areaaloppervlakte wordt steeds groter. Er is een beweging naar groter arealen, er zijn zelfs telers die 40 of zelfs 50 hectare valeriaan hebben staan. Dan spreken we toch wel over een akkerbouwwaardige teelt, waarin ook steeds meer mechanisatie wordt ingezet en er meer van de akkerbouwer gevraagd wordt om een goede opbrengst te realiseren.”
Oogsten met bietenrooier
Volgens Tromp past valeriaan goed in het standaard bouwplan, mede omdat het gewas direct na de aardappelen geoogst kan worden. De oogstperiode loopt door de gehele winter heen: van november tot het vroege voorjaar. De laatste percelen moeten dus nog van het land worden gehaald. “We rooien in eigen beheer, vertelt Tromp. Een echte valeriaanrooier bestaat niet, dus moest hij creatief zijn: “We gebruiken onze bietenrooier om de valeriaan binnen te halen. Met een paar kleine aanpassingen werkt dat prima.”
Onkruidbestrijding grootste struikelblok
Omdat het een traag groeiend gewas is, wordt valeriaan het meest gezaaid in de maanden maart en april (eenjarige teelt) en in augustus . “Het grootste struikelblok tijdens het groeiseizoen is de onkruidbestrijding. Er zijn eigenlijk geen bestrijdingsmiddelen voorhanden, dus het komt neer op veel schoffelen en handwerk. Het is bijna gelijk aan een biologische teelt.” Om het onkruid te lijf te gaan huurt Tromp regelmatig extra personeel in via uitzendorganisatie UNN. “Ze helpen mij met onkruid hakken en wieden. Die hulp is echt hard nodig, want ik moet bijna wekelijks het totale areaal schoffelen. Dat kost mij gemiddeld anderhalf uur per hectare. Als het gewas een stevige beworteling heeft gaat dat uiteraard wel iets sneller.”
Tromp maakt gebruik van een Steketee platte schoffel met rubberen wieltjes. “Schoffelapparatuur is duur spul en in die zin vergt valeriaan wel een aantal forse investeringen, maar het is dan ook een gewas waarmee je geduld moet hebben. Wij hebben in het verleden ook wel andere teelten uitgeprobeerd. Die bleken niet te werken, maar valeriaan is bij ons wel een succes. Het zit voor veel telers vaak vast op de arbeidsverdeling. Het moet passen in het totale werkproces.”
Moderne teelttechnieken
Volgens VNK Herbs is toename van valeriaantelers vooral te danken aan de focus op de teeltkwaliteit: “Nederland wint het ten opzichte van enkele grote producenten in Oost-Europa (met name Polen, red.) op de kwaliteit van de veredeling, maar ook de teeltkwaliteit. Kwaliteitsverbetering realiseren is voor de valeriaantelers steeds uitdagender. Dit komt vooral omdat er geen gewasbeschermingsmiddelen voorhanden zijn, maar ook vanwege steeds strengere Europese regelgeving op dit gebied”, aldus Van der Veen. “Het is dan ook van groot belang om te kijken naar moderne teelttechnieken. En dan bedoel ik: planten op basis van GPS en mechanische onkruidbestrijding.”
Tromp: “Er moet gedurende het groeiseizoen ook veel gedaan worden”
Valeriaan is een veeleisend gewas dat het beste gedijt op fijne zandgronden. Daarnaast moet de bodem geschikt zijn om in de wintermaanden te kunnen berijden met een rooimachine. “Als de basisvoorwaarden op je perceel goed zijn, ben je er nog niet”, vertelt Tromp. “Er moet gedurende het groeiseizoen ook veel worden gedaan. Ik noemde eerder al het wekelijks schoffelen, maar je moet de plant ook sturen door tijdig te beregenen. In het begin van het groeiseizoen (juni/juli) moet je wel een keer of drie beregenen. Valeriaan reageert ook dankbaar op meststoffen als digestaat of rundveemest en we voegen – voor zover mogelijk en nodig – stikstof en/of kali toe.”
Bauke van der Veen (VNK Herbs): “Het is en blijft een bewerkelijk gewas, maar de verwerkingsmaterialen en het plantmateriaal worden steeds beter. De rand- en basisvoorwaarden worden voor telers steeds interessanter. Het teeltoppervlak van valeriaan zal de komende jaren naar verwachting zeker nog stijgen. Het vakkundig begeleiden van telers en het verbeteren van de kwaliteit is een uitdaging die wij met vertrouwen aangaan.
Pappen en nathouden
Tromp: “Voor ons is het ook nog steeds een uitdaging. Ik noem het gekscherend weleens ‘pappen en nathouden’, maar ik vind het vooral een heel mooie teelt. Ik hou van pionieren en het telen van valeriaan is voor mij een stuk boeiender dan de traditionele akkerbouw. Bovendien zijn de opbrengsten bijna altijd goed. Soms vallen de prijzen wat tegen, maar dat heb je bij alle gewassen. Het ene jaar krijg je daar 20 cent voor je uien, het andere jaar zijn ze nog niet eens weg te geven. Valeriaan is best een leuke teelt en als kleine akkerbouwer moet je af en toe je nek durven uit te steken om het hoofd boven water te kunnen houden.”