Adriaan Boudeling heeft samen met zijn vader een akkerbouwbedrijf in Swifterbant. Het bedrijf in de polder zet op zaterdag 28 mei zijn deuren open voor scholieren en hun ouders tijdens de allereerste Nederlandse Akkerbouw ontdekkingsdagen.
Boudeling twijfelde geen moment om mee te werken aan dit initiatief van CAH Vilentum in samenwerking met Groenhorst Emmeloord: “Dit is voor de jongeren weer een keer wat anders dan een gewone open dag bezoeken. Ze kunnen bij ons in de praktijk zien wat er allemaal te doen is in de agrarische sector.”
“Veel leuker dan een saai verhaal in een klaslokaal”
De ontdekkingsdagen zijn dan ook veel meer dan even langskomen voor een rondleiding en een praatje met de eigenaren van het akkerbouwbedrijf: “Uit elk segment van de akkerbouwsector zijn bedrijven aanwezig die vertellen wat het beroep inhoudt en welke opleiding je het beste kan volgen om bijvoorbeeld gewasbeschermingsadviseur te worden. Tegelijkertijd laten we de scholieren zien waar ze op moet letten en mogen ze zelf ook meedoen met de activiteiten op die dag. Het is natuurlijk veel leuker om kennis te maken met een beroep op een akkerbouwbedrijf, dan wanneer er een saai verhaal wordt verteld in een klaslokaal.”
Uitdagingen
De marktontwikkelingen binnen de akkerbouw spelen natuurlijk ook bij de beroepskeuze van de jongeren een rol, maar Boudeling ziet zeker toekomst voor de sector: “Er zijn enorm veel mogelijkheden op het gebied van specialisatie. Ook de verregaande mechanisatie zorgt voor meer verbreding van het beroepsaanbod in de akkerbouw. Kijk alleen maar naar de ontwikkelingen op het gebied van sectieafsluitingen vanuit de spuitindustrie, de verbeteringen op kunstmeststrooiers en het plaatsspecifiek bemesten. Natuurlijk schikt de toenemende wet- en regelgeving sommige mensen ook af, al is dat probleem in de veeteelt nog groter dan in de akkerbouw. De strengere normen voor bemesting, zeker in je fosfaatafgifte, en de beperktere mogelijkheden voor gewasbescherming veranderen het leven van een akkerbouwer natuurlijk wel. Maar in mijn ogen biedt dat juist weer mogelijkheden. Je moet gewoon dealen met de huidige omstandigheden. Wij hebben dat hier ook gedaan door over te stappen op rijenbemesting. Daarmee besparen we op de hoeveelheid fosfaat per hectare, zonder opbrengst in te leveren. Sterker nog: de opbrengst per hectare is hoger geworden. Het doel is om – met de regels die er zijn – een zo hoog mogelijke opbrengst te behalen, zonder dat het ten kosten gaat van de kwaliteit.”
“Voor goede producten is altijd plaats”
Boudeling ziet de toekomst dan ook met vertrouwen tegemoet: “Er zijn veel veranderingen. Er wordt steeds meer via contractteelt gewerkt en bij de uien worden we meer en meer afhankelijk van Oost-Europa, maar de hoge kwaliteit die de Nederlandse akkerbouw kenmerkt zie ik niet 1-2-3 wegvallen. De prijzen zijn goed, dus in die zin hebben we niets te klagen. Natuurlijk is dat per bedrijf verschillend, maar voor goede producten is altijd plaats. Net als voor goede studenten: zowel op het gebied van innovatieve als vakmensen. Bij innovatieve studenten denk ik aan jongeren die vooruitstrevend zijn, dingen willen uitproberen en daar ook iets voor over hebben. Maar daarnaast zijn er ook altijd vakmensen nodig. Dan praat je over experts op het gebied van bodemkwaliteit, productkwaliteit en mensen die kwaliteitsnormen bepalen. Beide groepen zijn van essentieel belang voor de sector en ik hoop tijdens de ontdekkingsdagen op ons akkerbouwbedrijf dan ook jongeren uit beide groepen te ontmoeten.”