LTO Nederland is het oneens met de conclusie van de adviescommissie Water dat de landbouw door de overheid wordt ontzien als het gaat om het nemen van maatregelen die de kwaliteit van het water moeten verbeteren. De adviescommissie zegt in een persbericht dat er minder rekening moet worden gehouden met de belangen van land- en tuinbouw. “Op zich is het advies van de commissie redelijk genuanceerd, maar het ontspoort op de eenzijdige vingerwijzing naar de landbouw”, reageert Peter de Koeijer, akkerbouwer in Brouwershaven (Zeeland) en portefeuillehouder Water van LTO Nederland.
Volgens De Koeijer is de waterkwaliteit de afgelopen jaren sterk verbeterd. “Niet in de laatste plaats door de inspanningen van de landbouw. Ook de commissie weet dat. Bovendien is de landbouw zelf zeer actief, bijvoorbeeld in het bereiken van de doelen van de Kaderrichtlijn Water. Met het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer neemt de sector verantwoordelijkheid. Ik had op dat punt meer steun verwacht van de adviescommissie.”
De adviescommissie Water bracht een advies uit in opdracht van minister Schultz van Haegen. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu zal de adviezen betrekken bij de verdere uitwerking van haar beleid. Voorzitter van de adviescommissie is Hans van der Vlist. Hij was onder meer dijkgraaf, gedeputeerde en topambtenaar op het ministerie van VROM. Tevens is Van der Vlist voorzitter van de raad van toezicht van de Stichting Natuur en Milieu.
Volgens De Koeijer werkt de landbouw hard aan schoner water. De maatregelen die in de afgelopen decennia zijn genomen, hebben effect. De Europese doelstellingen op het gebied van nitraat (de zogeheten nitraatrichtlijn) in het grondwater worden op de meest plaatsen gehaald. Ook de kwaliteit van het oppervlaktewater is belangrijk verbeterd: op veel plaatsen zijn de normen gehaald of liggen binnen bereik.
In 2013 sloegen LTO Nederland, waterbeheerders en overheden de handen ineen met het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). Doel: het oplossen van waterkwaliteitsproblemen zodat in 2027 overal voldaan wordt aan de kaderrichtlijn Water. Ook richt DAW zich op een spaarzaam gebruik van water door de landbouw en op het realiseren van waterbuffers. De Koeijer: “Op diverse plaatsen in het land is nu sprake van samenwerking tussen boeren, regionale LTO organisaties, brancheorganisaties, waterschappen, drinkwaterbedrijven en provincies. Op andere plaatsen komt deze samenwerking van de grond. We discussiëren, delen kennis en creëren nieuwe oplossingen en technieken voor land- en tuinbouwbedrijven. Deze aanpak willen we verder uitrollen. De adviescommissie Water pleit voor een aanpak op gebiedsniveau. Dat pleidooi ondersteunen wij van harte. Sterker nog, die is er al.”
Volgens De Koeijer is het van groot belang dat alle partijen financieel bijdragen aan de gezamenlijke aanpak. “Voor het DAW hebben we afgesproken dat twintig miljoen euro per jaar beschikbaar komt vanuit Europese plattelandsfondsen. Waterschappen leggen eenzelfde bedrag op tafel. Dat betekent een budget van veertig miljoen per jaar voor watermaatregelen. Provincies zijn verantwoordelijk voor de uitvoering en moeten regelingen afkondigen. Maar dat lukt tot nu toe heel moeizaam. Het is wrang om te zien dat miljoenen euro’s aan Europees geld, nota bene door inspanningen vanuit de landbouw beschikbaar gekomen, tot nu toe onbereikbaar achter provinciale loketten blijven liggen.”
Bron: LTO Noord