De recente hevige onweer- en regenbuien hebben Zuidoost-Nederland de afgelopen weken flink getroffen. Bert Aasman (Delphy) is manager Akkerbouw voor dit gebied en is de laatste dagen bijna met niets anders bezig: “Akkerbouwers vragen mij elke dag of de planten weggehaald moeten worden en daarnaast leg ik vast wat er exact op de percelen gebeurd is.”
Honderden hectare schade
“Aardappelen die langer dan 24-uur onder water hebben gestaan, zijn verloren. Als het water direct weg kon en op percelen waar de aardappel niet helemaal onder water stond is de oogst nog te redden, maar er moet wel rekening worden gehouden met een groeiachterstand van twee tot drie weken.”
“We praten over honderden hectaren, niet over duizenden. Individueel zijn sommige bedrijven flink getroffen. Met name akkerbouwers die hoogteverschil op hun akker hebben, hebben het moeilijk. Dan hebben we het vooral over het gebied rondom Boxmeer, Maarheeze en Roermond. Daar is de schade groot. Daarnaast heb je ook nog gebieden waar weinig regenval is geweest, maar waar wel veel water naartoe is afgevoerd doordat de sloten en rivieren overstroomd zijn. Bijvoorbeeld Deurne en omgeving. In Bavel zijn ook een aantal akkerbouwbedrijven getroffen en niet te vergeten de akkers onder Eindhoven. Daar is heel veel schade. Bij Gastel en Budel is alles ondergelopen, want die plekken hebben echt zware buien gehad. Aardappeltelers in die gebieden kunnen ruim de helft van de aardappelopbrengst als verloren beschouwen.”
Nog geen exacte cijfers
Aasman vervolgt: “Het is natuurlijk nog even afwachten hoe de gewassen reageren: groeien ze door of niet? Boeren met waterschade op hun perceel krijgen sowieso te maken met een groeiachterstand en ook dat zal opbrengstderving tot gevolg hebben.” Exacte cijfers kan Aasman nog niet aangeven: “Ik zie niet alle percelen natuurlijk, maar als ik nu ga zeggen dat het twee procent van de hele Nederlandse productie is, dan overdrijf ik gewoon. We maken gebruik van vliegtuigbeelden om de schade exact in kaart te brengen. De komende tijd zal daaruit duidelijk worden wat de exacte impact is.”
Vervolgstappen
Volgens Aasman wordt de komende weken pas duidelijk, hoe erg de akkerbouw in Zuidoost-Nederland getroffen is door deze lokaal zeer hevige neerslag. “Er moet geen water meer bijkomen en ook niet warm worden. Droog weer en een graad of 21 is ideaal. In Reusel en omgeving is ook flink veel regen gevallen, maar daar was het water snel weg. Zodra je klei of leem in de grond hebt zitten, gaat het fout. In andere gebieden vraagt men zich af of de producten wel of niet weggehaald dienen te worden. Daarbij moeten boeren zich afvragen: hoe de schade ontstaan is? Is dat omdat de sloot of rivier overgelopen is, dan is er iets mis in het waterbeheer. Als het via regenbuien komt, dan kan niemand daar wat aan doen. Maar als je onderloopt door iemand anders, dan moet daar direct melding van gemaakt worden. Wij adviseren om alle boeren, die met waterschade te maken hebben gehad, om hiervan altijd een melding te maken bij het waterschap.”
Stikstof verliezen
Naast de directe waterschade hebben akkerbouwers in het getroffen gebied ook te maken met stikstof verliezen en later ook met denitrificatie. De mate van stikstofverlies hangt onder andere af van de hoeveelheid neerslag, bodemsoort, gebruikte mest en gewasstadium. Aasman: “De RVO komt nu met aanvullende vragen vanuit het stikstofbeleid. Percelen die overstroomd zijn, zijn ook stikstof kwijtgeraakt. Op veel plaatsen staan percelen blank, dit remt de opname van voedingsstoffen. Ook gaat een deel van de stikstof door vervluchtiging verloren. De RVO gaat hierover de komende tijd een onafhankelijke rapportage maken.”
Maatregelen
“Wat uit de lucht komt vallen heb je niet in de hand”, maar desondanks denkt Aasman dat akkerbouwers zelf aan de preventiekant veel kunnen doen om de waterschade tot een minimum te beperken: “Met goed platleggen van het perceel kan je al veel bereiken. Aardappeltelers zouden tussen de ruggen ‘dijkjes’ kunnen aanleggen, zodat het water niet direct naar beneden stroomt. Voor de toekomst kun je de vraag stellen of op lager gelegen stukken en percelen naast beekjes bepaalde gewassen wel kunt verbouwen. Die beken blijven overstromen. De boeren die daar zitten zou ik adviseren om samen met het waterschap naar een oplossing te zoeken. De landbouw mag niet de dupe worden van stedelijk beheer, waarbij dan geroepen wordt ‘dan moet de landbouw maar onderlopen in plaats van de keldertjes’ want dan moeten we stevige maatregelen nemen.”
“Let op waar je je producten neerzet”
Aasman roept ook op om meer na te denken over de locatie waarop geteeld wordt: “In de jaren ’80 vroeg ik altijd: heb je een nat of een droog perceel? Die vraag wordt sinds de jaren ’90 niet meer gesteld, maar nu begint die vraag steeds meer terug te komen: let op waar je je producten neerzet. Wat vroeger grasland was is niet voor niets grasland geworden.”
De Delphy-adviseur verwacht nog zeker een week bezig te zijn met de inventarisatie van percelen met waterschade. “En dan wordt het echt spannend, want dan moet bekeken worden wat er met die ‘verloren’ percelen nog mogelijk is dit groeiseizoen.”
Langzaam word de #waterschade duidelijk. De laatste dagen is er tussen 90 en 170mm water gevallen in ons teeltgebied pic.twitter.com/x9w0Z8vscO
— Jacobvandenborne (@jacobvdborne) June 2, 2016