De Opperdoezer Ronde staat onder meer bekend om zijn korte groeitijd, maar dat akkerbouwer Hero Stam eind juni alles al gerooid heeft is zelfs bij dit speciale aardappelras bijzonder: “Ik hou van uitdagingen, daarom heb ik extreem vroeg gepoot. Op 19 februari had ik alles er al in zitten. Vorig jaar heb ik misgegokt, dit jaar ziet het er goed uit. Hopelijk krijgen we geen regen meer, want dan wordt de ziektedruk weer enorm hoog”, aldus Stam.
De Opperdoezer Ronde is een aardappelras dat alleen in het Noord-Hollandse Opperdoes geteeld mag worden. Het ras wordt ook wel de ‘negenweker’ genoemd vanwege zijn groeitijd van negen weken, daarnaast bezit volgens Stam de grond in Opperdoes over eigenschappen die perfect bij het aardappelras passen. “In 1860 is per toeval ontdekt dat de grond in Opperdoes en dit ras perfect bij elkaar passen. De grond hier is een mengsel van zand en zeeklei. Opperdoes ligt op een terp die twee meter hoger ligt dan de omgeving, het is dus feitelijk een zandrug. Het is van oudsher bestaande grond: geen dichtgeslibde of ingepolderde grond.” Het ras vraagt ook om een speciale teeltbehandeling: “Je mag hem niet laten uitgroeien. Hoe langer die in de grond zit, hoe meer die afrijpt. Op een gegeven moment gaat hij over van wit naar geel en dan gaat hij ook over van suiker naar zetmeel. Dat mag wel gebeuren, maar niet te veel dus daarom moet hij in drie weken tijd gerooid worden. Als je het laat afrijpen komt er steeds meer zetmeel in en dan verdwijnt die unieke smaak van de Opperdoezer. Hij wordt dan in feite een ‘gewone’ aardappel.”
Steeds meer namaak ‘Opperdoezer’
Hero Stam is al jaren enthousiast ambassadeur van de Opperdoezer Ronde. De akkerbouwer is namelijk ontzettend trots dat hij dit ras mag telen. Diezelfde trots is ook de reden dat de inmiddels 67-jarige Stam zich enorm druk maakt over de authenticiteit van het aardappelras: “Het is het enige ras in Nederland met een beschermde BOB-status (Europees erkend streekproduct, red.). Laten we daar zuinig op zijn. Er verschijnt steeds meer namaak op de markt. De aardappel mag buiten Opperdoes niet verbouwd worden, maar met pijn in mijn hart zie ik dat toch steeds meer gebeuren. Als je dat niet strak aan de hand houdt, dan wordt het van kwaad tot erger. Iedereen kan deze aardappel in de grond steken, dat mag wel niet maar ze doen het gewoon. Want het levert geld op. We hebben er vreselijk veel werk aan en moeten er heel hard voor werken. Dat vinden we helemaal niet erg, maar onze aardappelen worden niet verkocht omdat andere telers onder de prijs gaan zitten.”
“Instanties moeten wakker worden”
Stam vervolgt: “De handel maakt het kapot, doordat de Opperdoezen van buiten het circuit goedkoper worden aangeboden. Ik word er radeloos van. Wij sloven ons uit om een goed en eerlijk product op de markt te brengen. Vanwege de specifieke grond waarop we zitten hebben in 1996 de BOB-status verkregen. De handel maakt dit langzaam kapot, de handel is de grote boosdoener. Laat de instanties eens een keer wakker worden: de NAK, de AID, de Keuringsdienst van Waarde. Wij worden van alle kanten in de gaten gehouden en om ons heen wordt er niet naar gekeken, want dat is weer te moeilijk voor ze. Ik belde laatst de Keuringsdienst van Waarde op om door te geven dat een teler buiten Opperdoes onze aardappelen teelt. Toen vroegen ze mij om bewijzen. Dat begrijp ik niet, want ze hoeven alleen maar na te vragen of die teler een rekening kan tonen dat hij ze van The Greenery heeft. Heeft hij die niet, dan is het duidelijk volgens mij. Er moet echt iets gebeuren, want er waren eerst 145 Opperdoes-telers en mede dankzij de oneerlijke concurrentie van buiten het dorp zijn daar nu nog maar een vijftiental telers van over.”
Lees verder onder afbeelding
Het dorpje Opperdoes in Noord-Holland.
“Dit ras kan je absoluut niet machinaal rooien”
Komende weken probeert Stam de problemen even te vergeten en zich vooral te concentreren op de oogst van dit jaar. Hij heeft in totaal voor 1,5 hectare gepoot en dat moet eind juni allemaal binnen zijn. Een proces dat zich volledig met de hand voltrekt: “Het aardappeltje mag je absoluut niet machinaal rooien. Hij is heel teer in de huid, omdat er groen loof op staat, hij is niet afgehard en hij is hartstikke jong, dus kwetsbaar. Ze moeten dus allemaal met de hand gerooid worden. Dat betekent dat we drie weken lang met een man of zes op het land zijn. Een hectare rooien is al gauw drie weken werk.” Een tijdrovend klusje waar inmiddels een stuk of drie telers in Opperdoes al mee begonnen zijn. Stam heeft zelf 1,5 hectare staan hetgeen betekent dat hij voor 10 juli klaar hoopt te wezen met de oogst van 2016.
Genieten
Ondanks zijn diepgewortelde angst en frustratie rondom zijn dierbare ‘Opperdoezer Ronde’ kan Stam nog altijd genieten van het telen van dit unieke aardappelras: “Ik blijf vechten voor het ambacht, want ik ben er zo ontzettend trots en zuinig op. Als ik hier door het dorp rij zie ik al die aardappelrooiers aan het werk en dan geniet ik echt. Zoveel mensen die erin willen investeren en er keihard voor willen werken. Dat we ook de komende jaren kunnen blijven zeggen dat die man in 1860 een mooie uitvinding heeft gedaan. Deze aardappel moet ook voor toekomstige generaties behouden blijven.”