Kweekbedrijf Kuipers Potato in Siddeburen is inmiddels al begonnen met het rooiproces. Het bedrijf ontwikkelt nieuwe zetmeelaardappelrassen en consumptierassen voor diverse marktsegmenten. Volgens eigenaar Harry Kuipers was de tijd rijp om te gaan rooien: “Het is kweekwerk, dus daarom poten we hier vrij ruim. Daardoor heb je vrij snel wat dikkere knollen en kunnen we sneller beginnen met rooien.”
“Gemiddeld tien tot twaalf knollen per plant”
Hoewel de oogst nog maar net van start is gegaan zijn volgens Kuipers de eerste signalen positief: “Ja de aantallen vallen niet tegen. Gemiddeld tel ik tien tot twaalf knollen per plant. Sommige zaailingen hebben wat groeischeuren. Dat verschijnsel komen we nu wat vaker tegen dan in voorgaande jaren.
Het oogstproces bij het kweekbedrijf vindt volledig handmatig plaats. Dat moet ook wel want de proefvelden bestaan uit allemaal losse veldjes en rijen. Het eerste veld wat Harry en zijn team rooien is vijftien are groot. “Daar zijn we dan wel anderhalve week tot twee weken mee zoet”, verklapt Kuipers.
Chitwoodi steeds groter probleem
Het Groningse kweekbedrijf levert zijn zaailingen aan diverse markten af, waarbij onderzoek naar de resistentie van een bepaald ras erg belangrijk is. Het nieuwe ras Vermont is volgens Kuipers zeer kansrijk, omdat het ras vooralsnog resistent lijkt te zijn tegen aardappelmoeheid (AM). Resistentie tegen Chitwoodi wil Kuipers deze komende winter nader gaan onderzoeken: “Vooral dat laatste begint zo langzamerhand echt een probleem te worden in Nederland. Daarom richten we ons steeds meer op rassen die Chitwoodi resistent zijn.” Alle rassen die het kweekbedrijf oogst worden onderworpen aan diverse laboratoriumtesten. Kuiper werkt daarbij samen met HLB en Averis. “Zij proberen na te gaan of er een resistentie achtergrond op een ras zit. Als een ras ook maar een beetje vatbaar is voor dit wortelknobbelaaltje, dan wordt daar direct afscheid van genomen.”
Tevreden
Die duidelijkheid komt echter pas in de wintermaanden, dus vooralsnog is het koffiedik kijken voor Kuipers en zijn team. Hij durft dan ook nog niet te spreken van een goed kweekseizoen, wel is hij tevreden met de planten die nu geoogst worden. Ook kan hij nog geen uitspraken doen of de weersinvloeden van het huidige groeiseizoen meer of minder effect hebben op het kweekwerk dan op de aardappelvelden bij de telers: “Dat durf ik nu nog niet te zeggen. De verschillen in Nederland zijn op dat vlak ook erg groot. We zijn hier ook nog maar net begonnen, maar de eerste indrukken zijn in ieder geval verrassend goed.”