De voorwaarden die het Rampenfonds hanteert voor een erkenning van noodweer als ramp lijken geen grote hinderpaal te zullen vormen gelet op de immense omvang van de schade meldt de Vlaams informatiecentrum land- en tuinbouw.
Nu al hebben meer dan 200 van de 308 Vlaamse gemeenten schadedossiers ingediend, schrijft Gazet van Antwerpen, en wordt er al voor 188 miljoen euro schade geclaimd. Gemeenten hebben nog tot 15 augustus de tijd om schadedossiers in te dienen. De hele regenperiode zal in één procedure erkend worden, en niet als twee afzonderlijke rampen zoals eerst gepland was.
In Gazet van Antwerpen wordt een goede maand na de lange regenperiode die duurde van mei tot en met juni de balans te velde opgemaakt. Duidelijk is dat de oogsten klappen kregen, maar het is te vroeg om daar cijfers op te kleven. De krant informeerde zich bij het Vlaams Rampenfonds over de erkenning van de ramp. Teamcoördinator Wim Claes: “Twee criteria zijn mogelijk. Ofwel bepaalt het KMI dat de regenval ergens uitzonderlijk was. Ofwel wordt iets als ramp erkend als de schade voor heel België de 50 miljoen euro overtreft. Dat laatste criterium is ongetwijfeld nu al behaald vermits we vanuit meer dan 200 Vlaamse gemeenten reeds voor 188 miljoen euro aan schadeclaims hebben gekregen.”
Alle schadedossiers zullen geëvalueerd worden. “Als de eigen brandverzekering de schade dekt, komt het Rampenfonds niet tussen”, zegt Claes. “En vaak schatten zowel gemeenten als individuen de schade te hoog in. Als vuistregel kun je stellen dat uiteindelijk zowat 30 procent door het Rampenfonds betaald wordt.” Tot 15 augustus kunnen gemeenten schadedossiers indienen. Daarna maakt het Rampenfonds de volledige bundel over aan de Vlaamse regering. De hele regenperiode zal maar éénmaal de erkenningsprocedure doorlopen, zo bevestigde Vlaams minister-president Geert Bourgeois.
Door het noodweer kijken landbouwers niet alleen aan tegen een magere oogst. Administratief zou het mislukken van teelten en uitspoelen van stikstof een staartje kunnen krijgen. Daarom lieten de landbouworganisaties aan de overheid verstaan dat er rekening moet worden gehouden met de uitzonderlijke weersomstandigheden. Mét resultaat, zo blijkt nu. De administratieve rompslomp na teeltmislukkingen is tot een minimum herleid door de Vlaamse landbouwadministratie en de Mestbank.
Bovendien heeft minister Schauvliege de Vlaamse Milieumaatschappij de opdracht gegeven om de MAP-meetpunten met uitzonderlijk hoge nitraatwaarden tijdens de extreme neerslagperiode aan een bijkomende analyse te onderwerpen. Metingen die door alle neerslag negatief beïnvloed werden, zullen geneutraliseerd worden.
Bron: Vilt.be