In deze zesdelige serie over bodembeheer vragen wij akkerbouwers uit verschillende delen van ons land over hun strategie met betrekking tot het beheer van de bodem in de wintermaanden. Welke keuzes worden er gemaakt op het gebied van groenbemesters en grondbewerking. Deze week laten we de Zeeuwse akkerbouwer Ivo Haartsen aan het woord: “Bodembeheer doe je niet alleen in de winter. Alles wat je gedurende het jaar doet heeft effect op de bodemkwaliteit.”
Rijenbemesting
Bij het loon- en akkerbouwbedrijf Dekker-Haartsen in Biervliet zijn ze de afgelopen jaren druk bezig geweest om met een pakket aan maatregelen de bodemvitaliteit te verhogen en daarmee ook de opbrengsten per hectare te optimaliseren: “Wij zoeken het voornamelijk in rijenbemesting met vloeibare kunstmest. Hierdoor creëren we meer fosfaatruimte en daar kunnen we dan vervolgens dierlijke mest voor aanwenden om zodoende extra organische stof en spoorelementen aan de bodem toe te voegen.”
Haartsen verklaart zijn keuze: “Bij rijenbemesting heb je veel minder kilo’s zuivere kunstmest per hectare nodig om hetzelfde resultaat te behalen. Voorheen werkten we met korrelkunstmest. Met kouters en spuitdoppen geven we nu rijenbemesting in de rij, vloeibaar, waardoor het zich in de grond vastlegt. Daardoor hebben we minder verlies en optimale benutting van elke kilo. In augustus hebben we onder mooie omstandigheden nog wat extra dierlijke mest van veehouders uit de buurt laten komen. Wat op onze percelen met groenbemesters is uitgebracht. Die ruimte hadden we vroeger niet, maar vanwege de rijenbemesting hadden we nog marge op de fosfaatbalans om dit te kunnen doen.”
Lees verder onder afbeelding
Ivo Haartsen tijdens het zaaien van de uien
Geleidelijke overgang
Het werken volgens deze bemestingsmethode is een geleidelijk proces geweest. Sterker nog Haartsen gebruikt ook nog steeds korrelmest: “Kali is het beste toe te dienen via korrelbemesting en ‘korrel’ is gewoon goedkoper. We zijn vanuit onze loonwerk-werkzaamheden in aanraking gekomen met Powerstart. Na wat positieve resultaten bij collega’s in de buurt gezien te hebben, zijn we ook daarmee gaan werken. Al snel stuitte we toen op (de organische zuren) N-xt. Dat gebruiken we nu ook op ons eigen akkerbouwbedrijf. De N-xt Fertilizers en calciumproducten hebben we afgelopen jaar voor het eerst toegepast op onze akkers en we zagen direct goede resultaten. We hebben N-xt ook gebruikt bij onze rode plantuien en onze afnemer was zeer te spreken over de kwaliteit.”
Daarnaast gebruikt Haartsen vloeibare kunstmest in de aardappelteelt die hij via het CZAV aangeleverd krijgt. Leverancier CZAV komt al jaren bij ons, hebben mooie producten in hun pakket, waardoor de perfecte keuze in samenstelling voor onze gewassen en grond te krijgen is. En niet onbelangrijk, voor een nette prijs. Vloeibare kunstmest is duidelijk duurder. Daarnaast maakt Haartsen ook dankbaar gebruik van de aanwezige expertise bij het onderzoeksinstituut TTW uit Oude- Tonge: “Zij hebben dit jaar heel nauwkeurig ons pootgoed gevolgd. Dat betekent dat TTW de groeiontwikkeling heeft bijgehouden en de inhoud van de knol/aardappelplant telkens heeft gecontroleerd. Dit voorjaar waren er wat opkomstproblemen bij consumptietelers in Nederland. Dat willen wij voorkomen, en vinden dat op dit moment het allang niet meer kwestie van alleen NPK-meststoffen geven is. Een optimale gewasgroei vereist een veel breder voedingspakket. Op advies van TTW hebben we daarom zowel magnesium als zwavel toegevoegd. Dat bleek achteraf een goede zet te zijn. Door deze begeleiding van een onafhankelijk adviesbureau proberen we de mooie praatjes van sommige verkopers te toetsen op juistheid. Het is ingewikkelde materie en duur, dus moet het wel voldoende rendement opbrengen.”
Lees verder onder afbeelding
Injecteren van vloeibare kunstmest in pootgoed
Schilkwaliteit
Omdat uiterlijke kenmerken heel belangrijk zijn bij de pootgoedteelt, ligt de focus bij het Zeeuwse akkerbouwbedrijf op knolinhoud om daardoor de schilkwaliteit te verbeteren. “Dit jaar hadden we pootgoed geplant op een perceel waar drie jaar lang graszaad had gestaan. Daar hebben we direct calcium aan de bodem toegevoegd, omdat je daar vanwege het graszaad best wat schurft op de schil mag verwachten. Dit voorjaar hadden we voldoende vocht en kunnen we niet duidelijk zeggen of de calciumbemesting voor betere resultaten heeft gezorgd of dat het lag aan het gunstige groeiseizoen.” Tot slot zijn de knollen ook uitvoerig geanalyseerd in het laboratorium van TTW en de inhoud van de knol was duidelijk beter.”
Eén duidelijk meetbaar effect was de verbeterde wortelloofkwaliteit: “Dat was van veel betere kwaliteit dan bijvoorbeeld bij collega’s die geen calcium hebben toegevoegd, maar die wel op hetzelfde tijdstip hebben gezaaid. Mooi loof is onbelangrijk als uiterlijk kenmerk, maar geeft duidelijk weer hoe de plant zich voelt. Tijdens de oogst zorgde deze goede loofkwaliteit voor flink wat tijdwinst en minder verliezen omdat het oogsten met goed wortelloof veel gemakkelijker gaat.
Voor Haartsen staat één ding als een paal boven water: als het gaat om bodembeheer dan hebben alle maateregelen effect op elkaar: “Ja, dat zien we duidelijk. We doen ook loonwerk waardoor we gemakkelijk kunnen vergelijken. Als de groeiomstandigheden moeilijker worden, dan zie je dat de percelen waarop jarenlang dierlijke meststof is gegaan, dat die producten een betere kwaliteit hebben. Dan heb ik het niet over varkensdrijfmest, want dat verslechtert de bodemkwaliteit op klei juist. Ik doel dan op rundveedrijf-, vaste kippen- of geitenmest. De spoorelementen en organische stof die in de dierlijke mest zit hebben we hard nodig. In het huidige beleid mogen we bijna niks meer, dus we zijn constant op zoek naar de ruimte binnen de wetgeving.”
Lees verder onder afbeelding
Aanfrezen van pootgoed met calcium kunstmest
Investeringen
De teeltoptimalisatiemaatregelen die Haartsen heeft toegepast vergde wel een aantal flinke investeringen in de mechanisatie: “We hebben afgelopen jaren twee doseerunits voor vloeibare kunstmest zelf ontwikkeld. Dit voorjaar hebben we weer één machine aangepast. We hadden al de speciale kouter rijenbemester waarmee we de aardappelruggen injecteerde. Maar het calcium moest juist boven de moederknol, voor goede opname door de haarwortels, dat vergde weer een aanpassing met spuitleiding en kunstmestdoppen. De afgelopen jaren zijn systematisch ook verschillende zaaimachines uitgerust met de specifieke apparatuur voor deze werkwijze. Inmiddels zijn de uien-planter en zaaimachines, de wortelzaaier, de bruine bonenzaaier en de aardappelpoter (acht stuks) allemaal voorzien van de juiste apparatuur.”
Voor Haartsen is de oogst 2016 overigens nog niet helemaal voorbij. Zijn laatste percelen met peen heeft hij deze week gerooid: “De prijzen waren slecht. Er is daardoor best wat vrije peen blijven staan, maar langzaam komt daar nu markt voor. Dat betekent dat we nu kunnen oogsten. Daarbij helpen we ook andere telers omdat wij daar de machines voor hebben. Sommige vaste afnemers laten het momenteel een beetje afweten, dus we leveren deze peen nu af in België.”