Al sinds 1974 werkt Gert-Jan Passies jaarlijks mee tijdens de aardappelselectieperiode bij akkerbouwers in Flevoland. Dankzij inmenging van agrarisch detacheringsbureau UNN Personeel kan Passies dit werk ook in de laatste jaren voor zijn pensioen blijven doen: “Doordat ik een vaste aanstelling heb gekregen heb ik het hele jaar werk en dankzij die zekerheid kan ik in juni/juli mijn kennis en ervaring blijven gebruiken om de aardappelselectie uit te voeren.”
In de wintermaanden werkt Passies voor een Taxus-verwerkingsbedrijf en in de houtverwerking (het grove snoeiwerk), doet hij hovenierswerk in het voor- en najaar en doet hij allerhande klussen voor UNN: “Afgelopen week heb ik geholpen met het inpakken van de kerstpakketten.” Maar de allermooiste periode van het jaar blijven de maanden waarin de aardappelselectiekar het land op gaat: “Dat is het mooiste wat er is. Het is geweldig om dat werk te mogen doen.”
Passies heeft zelf ook een achtergrond in de akkerbouw: “Mijn vader had een gemengd bedrijf en eigenlijk heb ik altijd gedroomd van een eigen akkerbouwbedrijf. Als ik de aardappelrooiers bezig zie tijdens de oogst of ik zie de boeren met de ploeg over het land gaan in het voorjaar, dan gaat het altijd wel even kriebelen.”
Lees verder onder afbeelding
“Pootgoedkwaliteit enorm verbetert”
Het liep allemaal anders: Passies kwam via een familielid bij pootgoedtelers terecht. Daar werd hij ruim veertig jaar geleden voor het eerst gevraagd om te helpen bij de aardappelselectie: “In het begin – in 1974 – moest je nog met een zak aardappelen door het veld. Dat hoeft – en mag – nu niet meer. De kwaliteit van de aardappels is nu duidelijk beter dan toen. Doordat er meer aandacht is gekomen voor het bestrijden van ziektes, heb ik de pootgoedkwaliteit in die ruim veertig jaar tijd zien verbeteren.”
Er is in die tijd veel veranderd. Vooral qua verwerkingssnelheid, zo stelt Passies die tegenwoordig vooral werkt voor Maatschap Ten Cate uit Swifterbant. “Vroeger zaten we met twee personen op de selectie en nu zitten we er met drie man op. Dat gaat veel sneller: als we met zijn drieën erop zitten, kunnen we twaalf rijen in één keer bekijken. In het begin deden we slechts een paar hectare, maar tegenwoordig doen we gemakkelijk twintig hectare per dag. Dat moet ook snel gaan, want de akkerbouwer betaalt er veel geld voor.”
Hulp en begeleiding
Toen Passies enkele jaren geleden tussen wal en schip dreigde te vallen werd hij opgepikt door UNN Personeel: “Dat was een heel belangrijk moment voor mij. Ik zag oud-collega’s worstelen met het vinden van een andere baan en ik kreeg via UNN de kans om mijn werkzaamheden in de aardappelselectie te blijven doen. In de wintermaanden had ik zelf al werk gevonden in de Taxus-verwerking. Dankzij de hulp en begeleiding van UNN kan ik ook de rest van het jaar voldoende verdienen om in de zomer weer volop te gaan voor het werken op de selectiekar.”
En dat is voor Passies elke keer weer het hoogtepunt van het jaar: “Als ik voor een boer aan het werk ben, dan voelt het alsof ik voor mezelf bezig ben. In mijn genen ben ik namelijk altijd boer gebleven en daarom geeft dit werk mij enorm veel voldoening. De aardappelselectie vind ik wel heel mooi. Daar ga ik voor. Ik vind dat prachtig mooi, dat is mijn passie. Ook voor het sorteren aan de band willen ze mij nu inzetten bij Ten Cate, dus dat gaat de goede kant op.”
‘Droombaan’
De hele dag op een selectiekar liggen en turen naar pootgoed. Voor velen toch geen omschrijving voor een droombaan: “Ik kan mij goed voorstellen dat mensen niet goed begrijpen wat er mooi is aan het liggen op een selectiekar. Het is iets dat in je moet zitten. Jonge jongens willen het ook niet meer doen, niet omdat het saai is, maar omdat het bijzonder moeilijk is om in één oogopslag alles te zien. Pootaardappels met bont dat zie je nog wel, maar zaken als bladrol (wat niet heel veel meer voorkomt overigens) zijn een stuk moeilijker te ontdekken. Als er iets van een bladverandering is, dan halen we de plant eruit en bekijken we de volledig knol. De afwijkingen zijn ook vaak rasspecifiek, dus dat vergt veel kennis over de diverse pootgoedrassen. Als SE-pootgoed wordt teruggezet naar een lage klasse, dan kost dat de pootgoedteler een hoop geld. Het is voor ons dus zaak problemen tijdig te ontdekken en direct in te grijpen als dat nodig is.”
Omstandigheden aardappelselectie cruciaal
Passies weet na al die jaren ook exact wat er van hem gevraagd wordt en wanneer het beste moment is om de akkers te ‘scannen’ vanaf de selectiekar: “De omstandigheden waaronder de aardappelselectie plaatsvindt, is het belangrijkste van allemaal. Als we ’s morgens vroeg beginnen, dan houden we er direct rekening mee dat we die week erop vanaf de andere kant gaan rijden. Een selectie uitvoeren tegen de zon in, is namelijk extra lastig omdat je vanwege het zonlicht minder goed zicht hebt op de plant. Ook moet het niet te nat zijn, want dan hangen de bladeren te veel.”
Afgelopen jaar een bijzonder teeltjaar. “Dat zie je wel een klein beetje terug tijdens de aardappelselectie. Vooral als je voor de derde keer door het veld gaat, merk je dat dit seizoen een hoge onkruid- en ziektedruk heeft. Aan het eind van de dag noteren we wat er gevonden is. Als we plekken tegenkomen waar nog wat kunstmest bij moet of als we phytophthora tegenkomen dan melden we dat meteen en gaat de teler meteen met de spuit het veld in.”
Geen getouwtrek met agrarisch personeel
Voor detacheringsbureau UNN zijn medewerkers als Passies van onschatbare waarde. Behalve dat het lopende ambassadeurs zijn voor het bureau zorgt het ook voor extra kansen op de arbeidsmarkt. Rob Linthorst (UNN): “Bedrijven ontdekken ineens dat er veel meer mogelijk is dan ze vooraf dachten. Natuurlijk wekt het vertrouwen richting onze (nieuwe) medewerkers dat wij Passies een vaste aanstelling hebben kunnen bieden. Maar wat veel akkerbouwbedrijven niet weten is dat wij tijdelijke contracten kunnen aanbieden over een periode van vijf en halfjaar. Een regulier akkerbouwbedrijf kan medewerkers met een tijdelijke aanstelling maar twee jaar onder contract houden. Er zijn best veel akkerbouwers die hun personeel in twee jaar tijd drie contracten geven en dan moeten ze die medewerker in vaste dienst nemen of het personeelslid moet minimaal een half jaar ergens anders gaan werken. Dat getouwtrek met personeel kan UNN voorkomen door de medewerker een Fase-B te geven. Hierdoor kan het dienstverband bij het akkerbouwbedrijf voortgezet worden. Bedrijven zoals Ten Cate kunnen hierdoor niet alleen de kennis en ervaring behouden, ze worden ook volledig ontzorgd op het gebied van werkgeversrisico’s waaronder ziekte, arbeidsongeschiktheid en pensioenopbouw.”
Linthorst besluit met een oproep richting de akkerbouwbedrijven in Nederland. En richt zich daarbij niet alleen op de (arbeidsintensieve) biologische telers: “Als een akkerbouwbedrijf nu een medewerker heeft rondlopen waarvan de twee jaar bijna voorbij zijn, dan mogen die vrijblijvend contact met ons op nemen om de mogelijkheden voor een verlenging van het dienstverband door te nemen.”